Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 396*] [p. 396*] [Zooals een engel door de blanke lucht] Zooals een engel door de blanke lucht zich stelde op den gloed der morgenstond, zoo droomde ik dat voor het hemelrond een vrij mensch voortvloog met een zachte vlucht. Hoe heerlijk zal het zijn als eens een vlucht van vrije menschen door het zonneblond zich spoedt, en 's avonds in den diepen vont zich doopt, waaruit de avonddauw zacht zucht. Hoe heerlijk zal het zijn als zij daar staan met de uitgetrokken kleeden op het gras, hun mannelijke voeten reeds in 't nat. Hoe heerlijk zullen zij naar huis toe gaan, waar voor hen iedereen een boezem was aan 't einde van het donkre lichte pad. Vorige Volgende