Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 389*] [p. 389*] [Arbeidersklasse, mannen, en gij, vrouwen] Arbeidersklasse, mannen, en gij, vrouwen, proletariërs, arm van kleed en van brood, vult uwe hoofden met deez' trotsch' gedacht: In ons blaken de kindren van de schoonheid, de kindren van minne, want in ons leeft de socialisme's kracht, de socialisme's schijn. En zoo zeker de geest zich samenperst van hen, die een kind maken, en herleeft na teere aanraking in het minnekind: Zoo zeker zijn uw kindren eens het schoonst, het rijkst, het sterkst, omdat in u nu leeft het rijkste, schoonste, sterkste, wat ooit was, makers van 't socialisme!, zijn gedachte. Vorige Volgende