Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 272*] [p. 272*] [De regen valt in stroomen naar beneden] De regen valt in stroomen naar beneden, ik hoor een ruischen, uren, uren lang, mijn hart is zoo weemoedig en zoo bang, de wolken nemen met zich allen vrede. Er is niets dan een onrust en een warmte over, in vloed van nevelen vervlood de vogel, ik gevoel me zooals dood, - in de natuur is er een groote drang, ik weet niet waarheen, want ik ben te arm, te klein dat haar lichaam zich mij verstaan dede. Rondom mij komt de lente aangezwollen, en is als een rivier zoo hoog en volle. Vorige Volgende