Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 183*] [p. 183*] [Het riviergras waar zich het vee in baadt] Het riviergras waar zich het vee in baadt, staat stil in de doorrijpte zonneschijn verrukking-tintlende en onder mijn zon die zich boven het land uit verlaat. Hij is wit en rondom hem zonder maat is het al wit en witter en als wijn zoo wit, teugende haal ik witten wijn uit de rondcirkelende overdaad. Achter donkre partijen is nu schauw, de bergen lijken 't, maar het zijn de bosschen achter de zon-doorvlootne velden heen; als op een bergstad staat een toren flauw van een zeestadje op de hoogte, bosschen strekken zich ver als donkre lande-reên. Vorige Volgende