Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie
(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend
[pagina 163]
| |
[pagina 164*]
| |
DoodsgezichtZijn teerbruin oogen op zijn weeke wangen,
die zoet lachen naar me van 't oud kinderverlangen,
als toen zijn armen en zijn zoenen waren
hier om mijn hals - zie het zoet lachen wâren
over zijn wang naar mij kinderlijk.
't Lachen gaat over 't bleeke en naar mij vrindelijk
komt het en streelt me achter mijn ooren langs.
Mijn broer. Hij staat in zijn oude lacheglans.
|
|