Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99*] [p. 99*] [In een grijs huis en in een kamerlicht] In een grijs huis en in een kamerlicht woont ze, ze loopt stil, ademt stil altijd, haar blikken lichte' in kamers lichtlijkheid des daags aan, 's nachts is strak het huisgezicht. Ze is zoo roodig in dat parellicht dat over dag over stadshuizen zwicht, 't gelaat in 't haar staat voor 't raam opgericht als een rood bloemeke van blad en licht. 's Avonds in 't donker ligt ze vaak te schreien, het warme donker doet haar zoo verblijen. Vorige Volgende