Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] [Ik proefde de lauwe luchten] Ik proefde de lauwe luchten en de geduchte, de verschrikklijk geduchte maar stille heel kalme klanken - zelf niet hollen ze, niet wanken. En het lichten ook stil, van zelve, en de doode nachten, de welven die stil aan nederzegen op mij zoo jong zoo stil neergelegen. O in me was het grijpen, het nooit rijpen, het willen, het brijzelend willen - o en het rillen, het rillen weg, vèr weg - maar het kalm leven en stillen schijn geven, het lichten als van de dagen, dagen als oogen zagen dalen dalen als hallezalen, van boven beschenen gelijkelijk door het stil oogenblikkelijk. Vorige Volgende