Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie
(1915)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekendIX. De Marxistische richting. De Nationale en Internationale Massa-actie.En nu is de eerste Imperialistische Wereld-Oorlog gekomen. Nu kan het proletariaat zien, en aan het lichaam voelen, en met den geest begrijpen wat het Imperialisme is. Ging het Imperialisme te snel voor zijn begrip, de ekonomische ontwikkeling zorgt, zooals altijd, - door de feiten, - dat het het toch moet gaan begrijpen. En nu zal het ook kunnen oordeelen, welke strijdwijze, welke van de richtingen, die in het Proletariaat aanwezig waren, de juiste is geweest. Opdat het Proletariaat dit nu zal kunnen beslissen, moeten wij nog eene richting bespreken, die wij tot nog toe, omdat zij zoo goed als geen invloed heeft gehad, en dus niet mede de houding van het proletariaat, en zijn toekomst, en die der Internationale heeft bepaald, zijn voorbijgegaan. Er was ook nog een andere richting in de Internationale, behalve de Reformistische en de Radikale. Dat was de onze, die wij verdedigen in dit geschrift. De Revolutionaire. Het was die van een zeer klein deel der Internationale. -
Wij meenden, dat de arbeidersklasse, sinds het Imperialisme zijn doel en karakter duidelijk vertoonde, een revolu- | |
[pagina 82]
| |
tionairen strijd tegen de kapitalistische klasse in Europa en Amerika had moeten beginnen. Toen het duidelijk werd, dat het Imperialisme - met zijn begeleidende en uit dezelfde bron ontspringende verschijnselen: Trusts, Syndikaten en geweldige Ondernemersbonden, - aldoor sterker Militairisme, steeds groeiende belasting en onderdrukking der arbeidersklasse, duurte, economische machteloosheid der arbeiders, stilstand van arbeidswetgeving en oorlog bracht, - met sterker Imperialisme in het verschiet, - toen het bleek dat alle burgerlijke partijen in alle landen het Imperialisme steunden, - was er naar onze meening maar één strijd mogelijk: de revolutionaire politieke strijd. Van toen af aan hadden alle compromissen en verbonden met de burgerlijke partijen moeten zijn opgezegd en geweigerd. Alle tegemoetkomingen. Alle posten in Regeeringen en verantwoordelijke lichamen. De geheele nationale politiek had alleen revolutionair moeten zijn.
En, daar het toen duidelijk werd, dat de aktie der vakvereenigingen en der parlementaire groepen, zooals die tot op dat oogenblik gevoerd werd, tegenover het Imperialisme, dat alle partijen der bourgeoisie vereenigt, hen waarlijk tot één massa maakt, niet meer voldoende waren, had, naar onze meening, naast die oude middelen, in alle landen de massa-actie moeten worden gepropageerd in alle vergaderingen, bladen, geschriften, en parlementen. En vooral de machtigste massa-actie: de massa-staking.Ga naar voetnoot*) Maar, waar het Imperialisme alle kapitalistische Naties tegelijk tot één en dezelfde aktie tegen het Proletariaat brengt, moest deze massa-actie tegen het Imperialisme, naast een nationale, vooral en in de eerste plaats een internationale zijn. Wij meenden, dat het Internationaal Imperialisme alleen door Internationale Massa-Actie kan worden overwonnen, bestreden. Het Proletariaat had zich dus dag en nacht moeten voorbereiden op den komenden strijd tegen het Imperialisme, internationaal. Het Imperialisme had moeten zijn gemaakt tot hoekpunt | |
[pagina 83]
| |
van de geheele politiek, in alle couranten, in alle vergaderingen, in alle geschriften, - van den geheelen strijd. Omdat dat, als hoofdzaak, in deze periode, de arbeiders onderdrukte en alle vooruitgang voor hen tegenhield. Omdat dat hen in de toekomst met achteruitgang bedreigde. Omdat dat hun klasse, misschien, bedreigde met ondergang. Hier lag het punt, waarom alleen het in de naaste toekomst, en tot in verre toekomst, zou gaan. Hier was het slagveld, hier het front. Het Imperialisme, - geen enkele andere zaak, - noch het Kiesrecht, noch de Arbeidswetgeving, - de strijd waarvoor het juist vernietigde, - noch de Tollen en Invoerrechten, - noch het Onderwijs, noch de Kerk, - verhief zich als de schitterende, hoogste kracht van het Kapitalisme, voor de oogen der Arbeiders, - als hoogte, - als hoogvlakte, - als gevechtsterrein. En het Imperialisme is niet alleen de hoogste materieele uiting van het Kapitalisme tot nu toe, het is ook het hoogste idëeele beeld van het Kapitalisme. Het is de hoogste, laatste, ideologie der Bourgeoisie. Het is haar eenig haar nog blijvend Ideaal. De godsdienst der bourgeoisie is dood, haar filosofie is dood, hare kunst is dood, maar zij heeft de verheffing van de Macht, van het Brute Geweld, van de Macht over de Wereld tot haar geloof, haar ideaal, den grond en het doel, het begin en het eind van haar klassedenken gemaakt. Het Imperialisme, de Wereldmacht, van haar als Natie, als Groep van Heerschenden, is haar God. Daartegen, tegen het Imperialisme in zijn stoffelijke en geestelijke uitingen, had, naar onze meening, de geheele stoffelijke en geestelijke strijd der arbeiders moeten gaan. Zij hadden tegenover het brute geweld van het Imperialisme hun materieele kracht, de massa-actie, de massa-staking, tegenover het imperialistisch idealisme hun socialistisch ideaal moeten stellen.
Wij zeggen dit niet nu. Het kan algemeen bekend zijn, dat de partij waartoe de schrijver de eer, - en het geluk, - heeft te behooren, deze dingen al jaren lang heeft gezegd.
Maar het Proletariaat kan nu zelf oordeelen. Het vergelijke nu het Reformisme, het Radikalisme, en onze richting, de Marxistische. Het zie nu zelf wat het Reformisme is en deed. | |
[pagina 84]
| |
Van al de beloften der Reformisten is niets gekomen. Noch Kiesrecht, noch Staatspensioen, noch andere sociale wetgeving, noch betere belastingen. In geen enkel grootimperialistisch land van Europa, waar alle of enkele dezer dingen door de arbeidersklasse werden geëischt.Ga naar voetnoot*) Van al hun beloften kan ook in de toekomst niets komen, als de staten door den Oorlog te verarmd zullen zijn en de arbeiders met lasten zullen worden overladen. Zij hebben het Imperialisme gesteund. - En toen de oorlog kwam, zijn zij meegegaan met volle instemming. En de Radikalen? Zij hebben niet de Regeering in het gezicht geslingerd, dat zij loog, dat zij huichelde om het arbeidende volk mee te krijgen als soldaten voor de winst van het Kapitaal, maar zij zijn zelf, door het toestaan der credieten, meegegaan met den leugen en de huichelarij, van de bourgeoisie, tegen het Proletariaat. De Radikalen hebben de massa ontmoedigd, en hebben niets gedaan om den oorlog tegen te houden. En toen de oorlog kwam, hebben zij zoo goed als alle vóór den oorlog gestemd. Wanneer wij denken aan al de redevoeringen en artikelen der Radikalen in Duitschland, gedurende de laatste twintig of dertig jaren, aan hun verklaring dat het Proletariaat de eenige borg, de vaste verdediging van den Vrede was, aan hun dreigen dat de Regeeringen het niet licht meer zouden wagen den oorlog te ontketenen uit vrees voor het Proletariaat en de Revolutie na den oorlog, en wij vergelijken daarmee hun niets doen, hun tegenhouden van de Massaactie en hun stemmen voor de Oorlogscredieten, dan komt ons een rij van andere Duitschers, van andere Duitsche Parlementariërs in den geest. - De Liberalen van 1848. Evenals die bogen voor de Vorsten en den Adel, zoo de Radikale Sociaal-Demokraten voor den Keizer, de Vorsten, de Jonkers en de Bourgeoisie. Dezelfde moed met woorden vóór den slag! - dezelfde lafheid in het gevecht! Nog altijd dezelfde slavengeest. Wij zeggen dit opzettelijk zoo scherp als dit optreden der Radikalen het verdient, niet om deze mannen te kwetsen, | |
[pagina 85]
| |
maar om aan het Proletariaat, het Duitsche in de allereerste plaats, te laten zien, dat er in den strijd van het Proletariaat tegen het Imperialisme geen tusschenweg mogelijk is, dat men moet zijn of vóór of tegen, en dat er maar één waarlijk afdoend wapen tegen het Imperialisme bestaat, n.l. de Revolutionaire Actie der Massa zelf. Want de Radikalen kwamen tot zulk eene, met hun eigen verleden zoo totaal in tegenspraak zijnde lafheid, omdat zij voelden, dat er geen massa achter hen stond. Hun eenzaamheid, hun niet gesteund worden door de Massa, dat zij zelf hadden gewild, maakte hen bang. En toen verrieden zij het Proletariaat.
En wat bij de Reformisten gold, dat geldt ook hier: Als dat in Duitschland bij de Radikalen zoo was, hoe moest het dan wel in de andere landen zijn. Men zie slechts naar Frankrijk .... waar Guesde minister werd. Naar Engeland, waar Hyndman de arbeiders letterlijk ophitst tegen Duitschland. Naar Holland, waar de eenmaal radikale voorzitter der S.D.A.P., in een hoofdartikel in het partij-orgaan Het Volk, het voorstel deed, dat Nederland. Duitschland den oorlog aan zou doen.
Zoo waren de Reformisten en de Radikalen. Dit hadden zij van den strijd van het Proletariaat gemaakt.
Hiertegenover stellen wij datgene waarvoor wij propaganda hebben gevoerd, en wat wij, zoover wij konden, hebben gedaan. - Wij zijn klein, wij hebben niet veel macht. Wij kunnen dus niet veel uitvoeren van wat wij willen. - Wij hebben in de eerste plaats, sinds de werking van het Imperialisme duidelijk werd, het proletariaat aangeraden met alle burgerlijke partijen te breken. Wij hebben in de tweede plaats voortdurend voor de actie der massa, naast de gewone parlementaire en economische, gepropageerd. Maar toen deze oorlog ten slotte kwam, voor het eerst dreigde, bij den Balkanoorlog en de spanning tusschen Rusland en Oostenrijk, hebben wij op het congres van Bazel in 1912 voorgesteld, dat de proletariërs van alle landen, op één wenk van de Internationale, een proteststaking zouden houden, | |
[pagina 86]
| |
als waarschuwing aan de Regeeringen, en als voorbereiding van zich zelve.Ga naar voetnoot*) Zoodra de oorlog nu, in 1914, werkelijk kwam, hadden naar onze meening de proletariërs van alle landen, zooveel mogelijk gelijktijdig, moeten optreden. Op den Zaterdagavond, toen het ultimatum van Oostenrijk aan Servië bekend was geworden, demonstreerde de Berlijnsche bourgeoisie (de studenten) vóór den oorlog. Op den volgenden dag, Zondag, had het Duitsche proletariaat in alle Duitsche steden, in zijn millioenen opgeroepen door de Duitsche partij, moeten demonstreeren tégen den oorlog.Ga naar voetnoot**) De proletariaten van alle direkt bij den oorlog betrokken mogendheden in de eerste plaats, maar ook van alle andere landen, hadden dienzelfden Zondag, en, als dit niet mogelijk was, den volgenden Maandag, in alle steden van Europa, opgeroepen door de Internationale, moeten demonstreeren tegen den oorlog. Wij hebben dit terstond geschreven in het blad onzer partij De Tribune. Deze demonstraties hadden, op oproep der Internationale en der nationale partijen, elken dag moeten zijn voortgezet. Elken dag en in steeds sterker mate. Zij hadden, wanneer, zooals vanzelf spreekt, de politie en het leger opgetreden waren, met versterkte heftigheid, en, zoo noodig, met geweld, elken dag moeten worden voortgezet, en worden versterkt, zooals trouwens van zelf zou zijn gegaan, door algemeene en massa-stakingen. Overal, in de allereerste plaats in de direkt betrokken landen. En dit had moeten worden doorgezet tot het antwoord van Servië, tot de Rijksdag- en Parlementsvergaderingen die over den oorlog zouden beslissen. En in die vergaderingen hadden alle credìeten moeten worden geweigerd, overal, in alle landen, ook de neutrale. Immers de mobilisatie tot verdediging is, onder het Imperialisme, de voorbereiding tot den aanvalsoorlog en het Imperialisme zelf. En in alle parlementen had een rede moeten gehouden worden van ongeveer dezen inhoud: | |
[pagina 87]
| |
‘Deze oorlog is een aanvalsoorlog van dit land. Gij wilt land veroveren. Wij weigeren daarom alle credieten. Hij is een aanvalsoorlog van alle landen op elkander. Wij weigeren daarom alle credieten met onze broeders in alle andere landen. Hij is niet alleen een aanvalsoorlog van alle landen op elkander, hij is ook een aanval van het Wereldkapitaal op het Proletariaat der Wereld, om het nog erger, nog talrijker uit te buiten, te onderdrukken, en als mensch en als klasse te vernietigen. Wij zijn misschien nog te zwak om een oorlog te verhinderen, maar wij, gezamenlijke Proletariërs aller landen, dreigen u nu reeds met de Revolutie nà den Oorlog’. En terwijl de vertegenwoordigers der partij zoo spraken, had de actie der massa tot het uiterste moeten zijn voortgezet. Dat was wat hij hadden gedaan, als wij de macht er toe hadden gehad. Wij, Marxisten. Dat is het ook wat wij in Holland, zoover wij konden, hebben gepropageerd, en, zooveel wij konden, voorbereid.
Wij gelooven, dat, als in alle landen de taktiek naar het Imperialisme was ingericht, zooals wij dat jaren en jaren hebben gepropageerd, - als men in alle landen het gevaar van het Imperialisme had ingezien, en daarom, voor deze periode, met de liberale en burgerlijke partijen had gebroken, en de massa in alle groote politieke en economische strijden tot de actie der massa had gebracht, - zoo in Duitschland voor het Pruisisch Kiesrecht, - wij meenen dat dan de Regeeringen, uit vrees voor de houding van de arbeiders bij een wereldoorlog, voorzichtiger waren geworden. Misschien wel den Wereldoorlog hadden voorkomen. - Misschien had het niet geholpen, misschien hadden wij de Regeeringen niet kunnen weerhouden. Misschien waren ook de massa's van het proletariaat nog niet gekomen. Maar wij meenen dat dàt, dat laatste, wèl zou zijn gebeurd. Wij meenen, dat, als bij het eerste conflict op den Balkan de stem der Internationale terstond had weerklonken, die de arbeiders der wereld opriep tot proteststaking, reeds honderdduizenden waren gekomen. Reeds nu kwamen er 160000 in Frankrijk alleen. Wij meenen, dat, als nu, in Juli 1914, te Berlijn en in alle steden van Duitschland, de honderdduizenden, door de partij geroepen, terstond, toen het nog tijd was, waren gekomen, wij gelooven, dat, als dit in Petersburg, in Moskou, in Riga | |
[pagina 88]
| |
en Odessa, in Lodz en Warschau, in Kieff en Charkow was gehoord, dat de honderdduizenden, de millioenen van Duitsche georganiseerde arbeiders waren opgetreden om te voorkomen dat zij en de Russische arbeiders elkaar vermoordden, zij ook daar in honderdduizenden waren gekomen. Wij gelooven, dat, als dit door Europa had weerklonken, dat de millioenen Duitschers en de honderdduizenden, ja misschien ook millioenen, Russen elkaar niet slachten wilden, de arbeidersklasse, althans de georganiseerden, van Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Skandinavië, België en Holland op deze zelfde wijze de Internationale bij honderduizenden hadden geantwoord. Wij gelooven dat ook in Engeland velen gekomen zouden zijn.Ga naar voetnoot*) Wij gelooven dat overal zeer vele ongeorganiseerden waren meegesleept. Het proletariaat, dat algemeen staken kan voor een klein recht, een loonsverbetering, een kiesrecht, kan dat ook tegen den oorlog. Wij meenen, dat, als dat verzet dag bij dag sterker en heftiger geworden was in Duitschland, Rusland en Frankrijk, - de landen die in het begin den doorslag moesten geven, - ook in allerlei landen groote stakingen hadden plaats gehad. Misschien waren wij toch niet machtig genoeg geweest om den oorlog tegen te houden. Het Kapitaal, de machtige Hooge Bank (die alles leidt, waaraan alles gehoorzaam is uit de hooge en lage bourgeoisie), dit Imperialisme met zijn idealisme, en het Nationalisme, zijn slaaf, zijn te sterk nog. Waarschijnlijk. Maar als wij tot het laatst toe hadden volgehouden, als in alle Parlementen tot het laatste oogenblik, tot voor de troonen der Keizers en Koningen, de trotsche weigering had weerklonken van het Wereldproletariaat, dat eindelijk, nu, voor het eerst, en bij de eerste gelegenheid die zich bood, in opstand kwam, en weigerde zich te laten vermoorden voor het uitsluitend kapitaalsbelang, dan hadden wij althans onze plicht gedaan. Want dan was de Eenheid, de hoogere Organisatie in de Toekomst, de Propaganda voor de Toekomst na den oorlog, door ons bewaard, gehandhaafd, ja veel sterker, onwrikbaar en reusachtig geworden. Dan waren wij de leidster, de eenige, geworden voor al de onderdrukten in de wereld, die ons nu nog niet zlen. Dan hadden wij gehandeld in overeenstemming met de ontwikkeling van het Kapitalisme, die, door het Imperialisme, Wereldproletariaat en Wereldkapitaal tegenover elkander stelt. | |
[pagina 89]
| |
Dan hadden wij ons dezen strijd, deze nederlaag misschien, tot de basis gemaakt van de revolutie na den oorlog. Dan hadden wij den grondslag voor de overwinning in de toekomst gelegd. Dan was werkelijk de Internationale de Internationale geweest. Daarvan is niets gebeurd. Door de onkunde en de kleinheid der Arbeiders, het bedrog der Reformisten, de lafheid en besluiteloosheid der Radikalen, leed de Internationale de nederlaag.
De tweede Internationale ging dus in der daad te gronde, doordat zij niet internationaal was. Zij was een verzameling van nationale organisaties, geen internationaal organisme. Zij heette, maar dacht noch handelde internationaal. Zij was de verzameling van organisaties, die niet internationaal waren noch handelden. Haar internationaal-zijn ging niet verder dan vóór het Imperialisme noodig was. Terwijl het Kapitaal door zijn trusts, banken, industrieele wereldmaatschappijen meer en meer internationaal werkte, bleef de Sociaal-Demokratie nationaal. Terwijl het Kapitaal, zij het dan ook nog vijandig onderling in zijn deelen, den wereldstrijd begon om het bezit der aarde, terwijl het daartoe groote verbonden van naties sloot om de aarde gemeenschappelijk tegenover andere verbonden te verdeelen, bleef het proletariaat, klein en nationaal, zich bezighouden met de kleine nationale kwesties. Terwijl het kapitaal, groot en heerlijk, zich het wereldvraagstuk stelde, hoe de aarde en hare bewoners aan zich te onderwerpen, te maken kapitalistisch, door actie, door verovering en strijd, bleef het proletariaat, klein en onbeduidend, zich bezig houden met zijn beter loon en korter werktijd en wetgeving van dit of dat, in het raam zijner natie. Terwijl de machtigste geesten der bourgeoisie, - bruut en alleen materialistisch, het is waar, en grof en laag, en tot een laag doel, het winstbejag, - maar toch de gansche aarde omvattend en dus groot, - hun plannen maakten en tot uitvoer brachten van wereldmarkt en wereldmacht, - organiseerden de geesten der arbeiders en hunner leiders zich slechts tot nationale, niet tot internationale macht. Terwijl het Internationale Kapitaal zich op schitterende, overal, in alle groote staten, en zelfs in de kleinere, om de preciesheid, volkomenheid, snelheid en weergalooze organi- | |
[pagina 90]
| |
satorische kracht, de hoogste bewondering afdwingende wijze, zich toerustte tot den Wereldoorlog tusschen zijn deelen onderling en tegen het Wereldproletariaat, de bewoners der Aarde, - rustte de Internationale der arbeiders zich in het geheel niet toe om dien Wereldoorlog af te weren. Het rustte zich toe tot niets. Indien het Internationale Proletariaat maar een tiende, een honderdste gedeelte had bezeten van de organisatorische kracht, de doelbewustheid, en de bliksemsnelle promptheid, waarmee het Kapitaal jaren van te voren zich toerustte, jaren van te voren alles voorzag, en in twee dagen (de inval in België) uitvoerde wat voor de wereldverovering allereerst noodig was, dan had het Proletariaat nòg een goed figuur gemaakt. Maar het deed niets, het had niets voorzien. Het Kapitaal werd in de hoogste mate actief, in wereldactie. De Internationale werd passief. Zij deed niet wat zij moest doen, wat de tijd eischte. Zij kwam niet tot wereldactie. Zij werd dus, op haar beurt weder, wat het Proletariaat vroeger altijd geweest is, een radelooze massa, die de groote gebeurtenissen der geschiedenis over zich heen moet laten gaan.
De Internationale was verrot. Zij was ijdel en leeg. Zij bestond uit partijen die niet internationaal waren. Van die partijen was zij de schijnbare bond. De Arbeiders, haar leden, waren, voor het overgroote deel, een massa op verbetering belusten, die zich lieten bedriegen en tegenhouden door een schijn. Zij, die de werkelijke ontwikkeling begrepen, en handelen wilden, waren zeer weinige. De Arbeiders moeten nu zelf zien, nu, - nu zij zelf voelen wat het Imperialisme is, nu zij het Imperialisme moeten gaan begrijpen, - wie, welke richting hen het beste heeft geleid en leiden zal. De Arbeiders moeten nu zelf zien, hoe in de toekomst een waarlijk Internationale op te bouwen en een nieuwe ineenstorting te voorkomen |
|