| |
| |
| |
8
Brief uit Bergen, 31 maart 1912:
Mijn lieve vriend,
Waar moet ik beginnen en waar moet ik eindigen? Ik heb je namelijk onvoorstelbaar veel te vertellen, en dat alles moet een plaats vinden in een kleine brief. Heb je gevoeld dat ik nog steeds aan je denk? Ik maak geen wandeling waar ik iets moois zie, of ik wens dat je hier bent zodat je met mij de vreugde kunt delen over alles wat ik zie. Net als in Sittard. Dat is onze maand - nooit vergeet ik de lente in Sittard. En nooit vergeet ik de keer dat we de eerste anemoon vonden - hoe je hem voorzichtig oppakte en hem voorzichtig met je beide handen vasthield, alsof het een broos ganzenjong was, en hem kuste. Weet je nog?
Hier bij ons was de lente al begonnen - met vogelgezang en zon - en ontluikende knoppen. Maar vandaag word ik wakker en zie dat de sneeuw alles bedekt heeft met een dikke laag, en het sneeuwt nog steeds, met dikke vlokken. Waarschijnlijk is dit de laatste groet van de winter. Ja, de lente komt er nu echt aan. O, onze winter, Felix, wat kan die heerlijk zijn, als de witte sneeuw ligt te glinsteren op onze velden en bomen. Ik heb gewandeld over de bergweg naar ‘Bellevue’Ga naar eind1 en de zon schitterde in de sneeuw en het ijs - het was alsof er diamanten aan het fonkelen waren. De sparren bogen onder de grote sneeuwmassa en namen de meest wonderlijke en sprookjesachtige vormen aan. Het was net alsof ik omringd werd door feeën en trollen, waar ik ook liep of stond. Maar ze waren allemaal feestelijk uitgedost - in witte gewaden. Wat had ik zin om zo'n witte sparrentak mee te nemen en naar jou te sturen!
Ik wens dat als ik doodga, dat 's winters gebeurt, zodat mijn graf meteen bedekt kan worden met het schitterende witte sneeuwtapijt. En bij mijn hoofd wil ik dan een spar geplant hebben. Je herinnert je nog wel: ‘Ein Fichtenbaum steht einsam’, enzovoort.Ga naar eind2
Het is zondagmorgen. Binnen en buiten heerst de zondagsvrede. Over een uurtje vertrek ik naar DagmarGa naar eind3 Ik ga eten bij haar en haar kinderen. Ze vond het zo zielig dat ik vandaag alleen ben. Vilhelm is namelijk 14 dagen thuis geweest en gisteren vertrok hij weer. Ook daarom voel ik me eenzaam.
Met Dagmar en de kinderen gaat het goed. Met de Pasen gaan ze naar Os. Als Vilhelm met Pasen niet thuiskomt, ga ik daar misschien ook heen. Och, weet je nog, die zondag dat jij en ik in Os waren en Dagmar bezochten? Wat waren we blij!
Ik denk er vaak over na, of alles weer wordt zoals vroeger, als we elkaar weer ontmoeten. Wat denk jij?? Ben je nog steeds een silly boy? Weet je, ik heb bij Vilhelm bedongen dat ik nog eens naar Sittard mag reizen en daar een lente mag door-
| |
| |
brengen, en ik wil dan over twee jaar komen, als jij daar bent. Dan gaan we samen al de dierbare, bekende plekjes weer opzoeken en zullen we samen de zon zien ondergaan als we daarbuiten in ons ‘Noorwegen’ zitten. Zullen we dat doen?
Maar zal alles dan weer zijn zoals het was? Kunnen we opnieuw samen zo'n lente beleven als die van twee jaar geleden, in louter schoonheid en harmonie - zonder één wanklank? Die vraag komt steeds weer bij me op, met hernieuwde kracht, en daarom vraag ik je: wat denk jij?..............................
Hoe gaat het met je moeder? Och, die gezellige zondagmiddagen bij jullie, met muziek en koffie en de grote taart/vlaai, en dan de wandelingen. Ik moet, ik moet weer naar Sittard. En ik wil logeren bij die goede, aardige nonnen, die zo in angst zaten als ik na 7 uur
's avonds nog buiten was!
[... april] Het sneeuwt, het sneeuwt, het sneeuwt. Brr, wat een koud Paasweer. Het is hier gewoon winter.
Dagmar en de kinderen zijn niet naar Oslo gegaan toen haar man thuiskwam. Nu zijn ze blij, dat snap je wel.
En wat vind je hiervan: mijn jongste zusterGa naar eind4 is vlak voor Kerstmis getrouwd en direct daarna met haar man naar Java vertrokken. Hij is daar legerarts in Nederlandse dienst. Zelf is hij een Deen; hij is nog heel jong. Ze zijn daar kortgeleden aangekomen, en wij zijn zo bang dat mijn zuster niet tegen het klimaat kan. Ze zijn via Amsterdam gereisd, waar hij een eed moest afleggen op de Nederlandse grondwet of op de Nederlandse koningin (?) en toen verder via Parijs en Italië. (Sorry voor de inktvlek. Bij ons betekent dat dat de brief goed aankomt - is dat zo??).
Mijn jonge neef is nog steeds in Rotterdam, maar hij verlangt zo naar huis, de stakker.
Hoe gaat het met pater van Well en met mère Adrienne en al de anderen die ik heb leren kennen en van wie ik zo ben gaan houden? Soms ga ik even zitten en sluit mijn ogen, en dan droom ik dat ik terugkeer naar Nederland.
Ik heb in de Noorse kranten gezien dat mijn lieve mère uit Noorwegen, Sunniva, overleden is. Weet je nog, ze was in het Ursulinenklooster. Het stemt me droef dat ik haar nooit meer zal ontmoeten, maar ik ben ook blij dat ze heengegaan is - omdat ze volgens mij naar de dood verlangde, zo alleen en onbegrepen als ze daar rondliep tussen alle vreemden.
Felix. Ik heb nog zes van de planten die je me in de Frielesgate gaf. Weet je nog? De twee varens zijn groot en mooi geworden en vorig jaar hebben 5 begonia's gebloeid. Nu zijn er nog 4 van over, maar ik hoop dat ze van de zomer mooi worden. Ik noem ze allemaal Felix.
Heb je nu ‘I eventyrland’ (In sprookjesland)Ga naar eind5 gelezen?? Je boeken liggen hier nog. Ik heb op de een of andere manier geen zin om ze naar Nederland te sturen voordat ik weet dat jij daar weer bent. Ik heb ook een groot geïllustreerd boek voor je met Noorse gedichten en foto's.
| |
| |
Wat ben je op dit moment aan het doen? Ben je ijverig aan het werk? Ben je goed? Vertel me alles, alles over jezelf. Ik word het nooit moe om daarover te horen. Je artikel over de Noorse vrouw heb ik gekregen - maar mijn beste - ik kan dat niet vertalen - ik begrijp de inhoud, dat is alles. Kun je het niet voor mij in het Duits of Noors vertalen?
Ik heb dit jaar veel nieuwe Noorse literatuur gelezen - oef, ik vind het meeste helaas zo ongezond en zwak.
Weet je nog dat je eens zei - dat was toen we afscheid moesten nemen - dat we elkaar niet vaak moesten schrijven - er moest heel lange tijd tussen elke brief verlopen - maar daarom moesten er geen misverstanden tussen ons ontstaan - we wisten dat we toch aan elkaar dachten en dat we vrienden voor het leven waren. Je kunt dus niet boos zijn of mij verkeerd begrijpen als deze brief nu als eerste komt. Nietwaar? Maar nu moet je me direct schrijven. Ik wil graag van je horen.
Vilhelm vroeg me om je veel groeten te doen.
Je vriendin Sof.
| |
| |
Felix Rutten in 1912.
|
-
eind1
- Een sjiek restaurant op de hellingen rond Bergen, op zo'n tien minuten lopen van het centrum van de stad.
-
eind2
- Een gedicht van Heinrich Heine (1797-1856), uit diens Buch der Lieder. Het luidt als volgt: Ein Fichtenbaum steht Einsam/Im Norden auf kahler Höh'/Ihn schläfert, mit weisser Decke/Umhüllen in Eis und Schnee./Er träumt von einer Palme,/Die, fern in Morgenland,/Einsam und schweigend trauert/Auf brennender Felsenwand.
-
eind3
- Dagmar Hauser is een heel goede vriendin van Sophie.
-
eind4
- Sophie's jongste zus Olga trouwt met een Deense arts, die verscheidene jaren in het Nederlandse leger dient op Sumatra.
-
eind5
- Waarschijnlijk bedoelt ze de uit 1903 daterende verhalenbundel van de Noorse schrijver Knut Hamsun (1859-1952).
|