7
Brief uit Minde bij Bergen, 12 maart 1911:
Mijn lieve, lieve vriend,
Het komt vast door de zon, waarop ik heb gewacht om jou te kunnen schrijven, want vandaag is ze eindelijk gekomen, en hier ben ik dan. Stel je voor, ik kan me sinds kerst geen enkele dag met echt goed weer herinneren. Een - twee - drie uur zon op z'n hoogst; wat wou ik die zon dan graag omarmen en heel lang vasthouden. De wegen liggen vol sneeuw en troep, maar wat geeft dat als de zon schijnt? Ik heb zowel vanmorgen als vanmiddag een wandeling gemaakt - alleen - en gedacht aan jou en aan de lente in Sittard. En ik voelde het verlangen in me opkomen om daar nog eens heen te gaan en weer kind te kunnen zijn, samen met jou en de bloemen. Ik geloof dat de tijd daar in Sittard de gelukkigste tijd van mijn leven is geweest. O, die prachtige lente daar. Wat zou ik daar nu graag zijn en met jou naar al onze geliefde bekende plekken gaan. En dan bij ons ‘Noorwegen’ zitten kijken naar de zonsondergang!
Maar als ik daar nu een keer zou komen, zou dan alles zijn zoals het was?? Zouden wij tweeën dan dezelfden zijn tegenover elkaar, in harmonie met de natuur?
Soms is het een levensvraagstuk voor mij om nog eens een lente met jou in Sittard te beleven - maar dan komt de gedachte op: misschien word ik wel teleurgesteld als ik kom! Ach, dat zou ik niet kunnen verdragen - want dan zouden mijn herinneringen aan vroeger misschien verloren gaan.
Kun jij niet naar Noorwegen komen om hier te werken? Wat moet je in Italië voordat je Noorwegen en het Noors kent? Je hebt immers niet gewerkt toen je hier vorig jaar was, dus moet je hier opnieuw komen. Die Müller en ik hebben het vaak over je en willen graag dat je hier komt.
O Felix, ik word denk ik voor altijd je vriendin - je zielsvriendin; wij noorderlingen zijn trouw. Maar wat ben jij? Ik vind dat we elkaar weer moeten zien. Er zijn namelijk duizenden dingen waarover ik met je moet praten.
Je moet een keer ons huis zien, ons kleine paradijs, waar wij zo dol op zijn, Vilhelm en ik. Morgen komt hij terug uit Engeland en dan blijft hij misschien 14 dagen thuis. Ik krijg nog steeds hartkloppingen als ik hem thuis verwacht!! Nu zal ik hem zover krijgen dat hij boeken voor je inpakt en naar je opstuurt. Helga stuurt je Caspari te leen vanuit Kristiania, dus die zul je wel snel hebben.
Hoe bakt je moeder die heerlijke taartenGa naar eind1 die we 's zondags bij de koffie aten? Wat hadden we het gezellig bij jullie! Je moet de hartelijke groeten doen aan je ouders - en de Duitse damesGa naar eind2 - en de zusters in het klooster. Hoe gaat het met onze lieve pater v. Well? Ik denk vaak aan hem en zal hem gauw schrijven.