contact moet zijn geweest in de jaren ervoor. ‘Kun je mij ontmoeten in Rotterdam op vrijdag 10 maart - laten we zeggen om 11 uur voor het “Witte Huis”?’ Daarmee begin je geen epistel aan iemand die je zes jaar niet hebt gezien. Van de andere kant meldt ze in een brief van 5 september 1922: ‘Ja, ik wil ook graag dat we elkaar weer schrijven zoals vroeger.’ Het contact is dus wat minder geworden.
Het tweede gat is net zo onlogisch. Ze heeft hem in 1923 na tien jaar eindelijk weer gezien en is daar vol van, zo blijkt uit haar brief van 27 april dat jaar. Het kan dan ook niet zo zijn, dat er daarna stilzwijgen is gevolgd tot na zijn derde bezoek aan Noorwegen in 1928. Hooguit kan Felix' huwelijk met Marie Koenen een beletsel zijn geweest, al ligt dat niet echt voor de hand. Sophie heeft in 1921 van pater Van Well gehoord dat Felix is getrouwd, maar schrijft hem desondanks vier keer in 1922 en een keer in 1923.
Het derde correspondentiegat tussen 1934 en 1937 lijkt wel te verklaren. Hij reist in die jaren bijna constant door Oost-Europa en is dan voor de post moeilijker bereikbaar. Ook zal hij in die zwerfperiode minder correspondentie hebben bewaard. Er is echter sowieso minder geschreven, want in haar brief van 24 april 1937 meldt ze dat ze al twee jaar niks meer van hem heeft gehoord en vraagt ze om vergeving omdat ze zichzelf eveneens niet heeft gemeld.
Dan is er nog een kleine lacune in hun briefwisseling tussen 31 maart 1910 en 1 september van datzelfde jaar. Sophie zal Felix toch op de hoogte hebben gehouden van haar belevenissen op de rest van haar reis door Europa. Als dat zo is, moeten er schrijfsels zijn vanaf begin april tot ongeveer half juni als ze in Bergen aankomt. In het Felix Rutten Archief zijn ze echter niet terug te vinden.
Van de berichten die Felix aan haar stuurt, is niets bewaard gebleven. Haar dan 93-jarige zoon Gustav verklaart in 2008 dat er geen brieven, foto's of andere documenten in familiebezit zijn die aan hem herinneren. Toch zijn er wel degelijk brieven en kaarten door hem op de post gedaan. Uit maar liefst vijftien van de negenentwintig schrijfsels van haar blijkt dat hij geregeld met haar correspondeert. Zo is te achterhalen dat hij zeker zeven kaarten en elf brieven naar Noorwegen heeft gezonden. Daar zal het ongetwijfeld niet bij zijn gebleven.
Mogelijk heeft Sophie de correspondentie zelf vernietigd uit angst voor haar man die, zo blijkt uit haar schrijfsels, bij tijd en wijle nogal jaloers is. Tekenend is dat ze de foto's van Felix en zijn ouders die ze bezit niet op haar bureautje durft te zetten. Dat zou Vilhelm niet prettig vinden, laat ze hem weten. Ze stelt er zich tevreden mee de foto's af en toe te voorschijn te halen en ze te bekijken. Bovendien heeft ze het geluk dat een portret van Felix bij haar vriendin Kalink wel gewoon te zien is.
Helaas blijft het zicht van Felix op de relatie door het ontbreken van zijn ontboezemingen achterwege. Gelukkig is hij daar echter wel in brieven aan zijn ouders, autobiografische documenten en gedichten op in gegaan. In deel 3 komt dat materiaal aan de orde. Bovendien reageert Sophie soms op wat hij heeft geschreven, waardoor we indirect wat van hem vernemen.
Informatie over de verhouding staat natuurlijk ook in de brieven die Felix en Sophie aan