Een Noorse liefde. Het weggestopte verlangen van Felix Rutten
(2012)–Adri Gorissen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
9 Vrij als een vogelIn de lange brief die hij begin augustus naar huis stuurt, wijdt Felix Rutten vreemd genoeg veel meer regels aan zijn Italiaanse schone, dan aan Sophie Unger. Hij houdt het bij één zin: ‘Met Sofie ben ik goeie kameraad, zooals toen ze hier was; ze heeft echter zeer veel bezigheden.’Ga naar eind1 Het heeft waarschijnlijk niks met zijn verhouding tot Sophie te maken, want in de dagen die volgen trekt hij er weer diverse keren met haar op uit. Naar de rotsgebieden rond Bergen en naar verder weg gelegen bestemmingen als het stadje Voss. Het door de bergen trekken is in Noorwegen wijd verbreid. In een artikel in De Nieuwe Rotterdamsche Courant meldt hij dat veel Noren in de zomer, alleen of in groepjes, en voorzien van stok en knapzak, naar boven klauteren. Daar lopen ze soms dagenlang van hut naar hut en overnachten waar het hun uitkomt. De hutten zijn op tal van plaatsen door de Noorse toeristenvereniging neergezet, ook staan er veel die particulier eigendom zijn. Veel inwoners van Bergen klimmen op zondag naar de hoogten rond de stad en nemen dan etenswaren en drank mee. Er is volgens hem geen koffie smakelijker dan die daar wordt gemaakt, op een vuur van zelf gesprokkeld hout.Ga naar eind2 Rond Voss maken Felix en Sophie met jonge Noorse vrienden een driedaagse voettocht door de bergen. Een indrukwekkende toer, want als hij achttien jaar later opnieuw een journalistieke reis door Noorwegen maakt voor De Maasbode, herinnert hij zich nog heel wat. ‘Wij klauterden toen als gekken, verdwaalden in het grootsche land, vonden inkwartiering in een boeren nederzetting, waar we wantrouwend gemonsterd werden, ondervraagd en uitgehoord. Wij waren toen hoog boven het bewoonde dal, in een bergplooi waar de herders hun schuilplaatsen vinden, en aten er geitenvleesch met hen, en zure melk, en geitenkaas. En des anderendaags klauterden we op de naakte rots, om er in het dal te zien aan de andere zijde, waar de bewoonde wereld lag. Voss. Wat heerlijke herinneringen doemen er bij mij op, bij dien naam alleen al. Ja, die kostbaar-genoten gastvrijheid, die daar als een oase werd in het wilde leven. De verre herinnering aan een groote, mooie blonde vrouw, die moederlijk zorgde en hartelijk was. Zij was jong, met fijne gelaatstrekken. Zij zong, zij was levendig. Zij heerschte in haar huis. Goudblond was zij, met een kuif van gouden haar, en er ging als een licht van haar uit, door de donkere woning. Zij sprak met haar oogen en het was louter vriendelijkheid wanneer zij lachte. Hoe komt mij dit beeld zoo trouw terug...’Ga naar eind3 Zo'n zelfde beeld heeft hij van de dagen met Sophie, blijkt uit een autobiografisch document dat hij waarschijnlijk jaren later schrijft. Het zijn onbekommerde, stralende dagen.Ga naar eind4 Tussen die dagen door moet er worden gewerkt. Felix Rutten schrijft begin augustus niet alleen vijf artikelen voor De Nieuwe Rotterdamsche Courant en drie voor De Tijd over zijn trip naar de Noordkaap, maar verzamelt ook gegevens voor drie stukken in De Maasbode over Bergen. Hij bezoekt verder het op drie uur afstand van de stad liggende eiland Lysoen, waar de beroemde Noorse violist en componist Ole Bull (1810-1880) heeft geleefd en | |
[pagina 88]
| |
De in Oosterse stijl gebouwde villa van Ole Bull op Lysoen.
gewerkt en waar die ook is gestorven. Beroemd omdat hij met zijn composities heeft bijgedragen aan de Noorse onafhankelijkheidsstrijd in de negentiende eeuw. Aangezien hij een groot muziekliefhebber is, wijdt Felix Rutten een lang artikel aan dit bezoek in De Nieuwe Rotterdamsche Courant. Op het eiland staat het huis dat Bull voor zichzelf in een voor Noorwegen opmerkelijke Oosterse stijl heeft laten bouwen. Zijn dochter woont er nog, maar er is ook een concertzaal en een museum in gevestigd. In dat museum ‘staat een klavier, waarin hij zijn naam schreef; daar zijn portretten en afbeeldingen van hem; daar rust onder één glas de gouden krans, met monogram in brillianten, dien Californië hem vereerde en - zijn viool. Nu zwijgt het instrument dat allen betooverd heeft, als hij er de snaren van beroerde; nu ligt het zwijgend voor altijd, de droomen nagedenkend van 't verleden, wier melodieën geen nu meer terugroept, wijl zij met den dooden voor immer gestorven zijn. Dat is dan alles wat gebleven is van den wonderbaren kunstenaar en een leven vol roemgeschal en zangen; de zwijgende snaren van 't vereerde speeltuig, en 't goud en edelgesteenten die spreken van zijn roem.’ Het stuk maakt duidelijk dat de dichter de journalist nog altijd in de weg zit.Ga naar eind5 Ergens halverwege augustus beleven Felix en Sophie weer een stralende dag. Ze klimmen de hoogten rond Bergen in en vinden na een lange wandeling over veldwegen een mooie plek van waaruit ze diep beneden de stad prachtig kunnen zien liggen. Het is een idyllisch samenzijn totdat Sophie plots weer het gesprek op de kapitein van het schip brengt, waarmee ze naar huis is teruggekeerd. Omdat hij haar diverse brieven heeft gestuurd, hebben ze al vaker over hem gesproken. Meestal lachen ze om zijn toenaderings- | |
[pagina 89]
| |
pogingen, maar dit keer is het ernst. In zijn laatste brief heeft hij haar gevraagd met hem te trouwen. Zelf vindt ze het ook tijd om in het huwelijksbootje te stappen. Ze is tenslotte al 36 jaar en moet er vlot bij zijn, wil ze nog kinderen krijgen. ‘Een vrouwenleven zonder moederschap, zonder kinderen, mist zijn natuurlijke kroon’, zegt ze daarom tegen hem. Felix Rutten, die acht jaar jonger is dan zij, blijft stil. ‘Wat denk je ervan?’ vraagt ze en legt de bal bij hem. Terwijl zij afwacht, schieten er duizend dingen door zijn hoofd. Hij realiseert zich allereerst dat Sophie een nogal dominante vrouw is, alhoewel hij zich haar overheersing laat welgevallen. ‘Maar eigenlijk lag ik als een gevangene aan haar voeten’, herinnert hij zich later. ‘Zij heerste over mij, en ik was bevredigd in mijn onderdanigheid.’ Wil hij die positie wel voor de rest van zijn leven, vraagt hij zich af. Wil hij voor altijd gebonden zijn aan iemand die hem volkomen beheerst? Nee, hij wil juist zijn vrijheid.
Het eiland Lysoen.
Een vrijheid die hij net heeft gevonden in zijn nieuwe leven als reisjournalist. Voor hem is zijn bestaan eigenlijk pas net begonnen en door zijn avonturen heeft hij de indruk vleugels te hebben. ‘Het was een grendel geschoven voor de poort, die zich pas voor mij had geopend, waarachter heel een wereld nog wachtte’, stelt hij. ‘Kon ik opgeven wat ik mezelf had beloofd als doel van mijn leven?’ Het antwoord luidt nogmaals nee en hij zegt dan tegen haar: ‘Als jij je verlooft, mag ik niet langer blijven: dan moet ik gaan.’Ga naar eind6 Hoe Sophie reageert, is helaas niet overgeleverd. Ze zal in elk geval niet blij zijn geweest, gezien de suggestie die uit haar vraag spreekt. Als hij ja zegt, trouwt ze met hem. Nu hij op verdekte manier weigert, gaat ze verder met Vilhelm Dreyer. Ze is namelijk vast- | |
[pagina 90]
| |
besloten om op korte termijn moeder te worden. In elk geval zal de terugtocht vanuit het berggebied rond de stad een stuk minder vrolijk zijn geweest dan de klim omhoog. Natuurlijk moet Felix dit besluit aan zijn ouders melden, die weten dat hij niet alleen voor het schrijven van artikelen naar Noorwegen is gegaan. In een brief van eind augustus is hij er echter kort over: ‘Ook heb 'k een besluit moeten nemen, dat 'k u nu kom meededeelen. Geen huwelijk of ook geen verloving hoor! Dat weet ge wel: want vrij moet 'k zijn om gelukkig te wezen, vrij als een vogel in de lucht. Welnu dan... Maar 't spijt me te weten van te voren dat dit schrijven u een teleurstelling gaat brengen.’ Later vult hij dit nog eens aan: ‘Ik ben zeer verlangend geweest naar dit nieuwe leven, naar 't genot van mijn weg alleen te vinden, zonder vreemde aanwijzing, drijvend op eigen wieken, vertrouwend op eigen kracht. Als ge wist hoe sterk ik me gevoel, ja gezond, maar ook sterk van energie en wilskracht. Er is iets in me dat me zegt maar te willen, en dat ik dan ook wel mijn zin krijg en mijn gesteld doel bereik.’Ga naar eind7 Nu hij eenmaal zijn besluit heeft genomen, vertrekt Felix Rutten op korte termijn. Zijn plan is om Bergen op woensdag 31 augustus te verlaten. Op de een of andere manier komt dat voornemen op de redactie van het Bergens Aftenblad terecht, dat er op 19 augustus over bericht. In een kort artikel meldt de krant dat ‘een jonge Nederlandse onderzoeker, dr. Felix Rutten, deze zomer een aantal uitstekende brieven over Noorse zaken aan Nederlandse en Belgische bladen heeft gestuurd’. Volgens het avondblad heeft hij ‘zich
Zicht op Bergen vanuit grote hoogte.
| |
[pagina 91]
| |
reeds zo grondig verdiept in onze taal, dat hij aanstaand najaar het werk van jongere Noorse schrijvers in het Nederlands wil gaan vertalen’. De krant weet ook al van zijn plannen voor de toekomst. Eerst zal hij in september naar Kopenhagen reizen ‘om het Deense geestesleven te bestuderen’. Vervolgens wil hij zich in andere Scandinavische culturen en talen verdiepen om uiteindelijk ‘een hoogleraarspost in Scandinavische talen aan een universiteit in Midden-Europa te kunnen overnemen’. Misschien wel het allerbelangrijkste nieuwtje is echter dat hij mogelijk al in 1911 naar Bergen terugkomt voor ‘een kort verblijf’.Ga naar eind8 Het plan voor een snelle terugkeer zal zijn ingegeven door de nog altijd goede verhouding met Sophie. Zijn besluit niet met haar te trouwen moet haar wel pijn hebben gedaan, maar aan hun vriendschap verandert het niet veel. Hij vertaalt speciaal voor haar zijn artikelen over de Noordkaap-trip in het Duits, zodat zij ze kan lezen. Samen met haar bezoekt hij in Bergen nog enkele toneelvoorstellingen, waaronder die van het laatste werk van Bjørnsterne Bjørnson, het uit 1909 daterende Når den ny vin blomstrer (Als de nieuwe wijn bloeit). Opmerkelijk genoeg kan hij de natuurlijk in het Noors gebrachte theaterstukken zonder veel problemen volgen. Ook haalt hij Sophie elke dag 's middag om drie uur af bij het telegraafkantoor waar ze werkt en brengt haar naar het etablissement waar ze eet. Hij heeft zelfs al een keer haar kapitein Vilhelm Dreyer ontmoet en met hem gesproken. ‘Dat wordt zeker wat tusschen die twee en 'k zou zeer gelukkig zijn als zij 'n goede partij deed: dat verdient ze wis en zeker’, schrijft hij aan zijn ouders.Ga naar eind9 Voor hij vertrekt legt hij nog één journalistiek bezoek af: aan het huis van de drie jaar eerder overleden grote Noorse componist Edvard Grieg (1843-1907). Het huis heet Troldhaugen, wat zoveel betekent als ‘de heuvel der aardgeesten’, en het ligt op enige afstand van Bergen tussen weelderige bomen aan de oever van het Nordåsvatnet, een inham die in directe verbinding staat met de zee. Het is een idyllische plek, waarvan Felix onder de indruk is, getuige zijn verslag in De Nieuwe Rotterdamsche Courant. ‘Troldhaugen, achter een wal van rotsen, onder een dichten loverhang, door bosschen onzichtbaar, onvindbaar, geheimzinnig-ongenaakbaar aan den rand van den fjord, nederhellend naar de wijde wateren, - dit oord blijkt wonderbaar, omruischt van stemmen en muziek, omzwermd van droomen en betoovering, gesloten voor nieuwsgierige blikken, den onbescheidenen ontzegd en diep weggedonkerd achter gesloten hekken, verzonken in stilte, in zwijgen en rust.’ Hoewel hij geen afspraak heeft gemaakt, wordt hij die namiddag toch ontvangen door Griegs weduwe Nina. Zij woont nog steeds in het huis, boven de rots waarin het lichaam van haar man rust. ‘Zoo leeft de gade op 't graf des mans, zoo sluimert de meester aan de voeten der geliefde, zoo wordt de woning der weduwe tot een tempel van vereering en gedachtenis boven de groeve van den onsterfelijke’, meldt hij zijn lezers. Hij verontschuldigt zich bij mevrouw Grieg dat hij zo maar is komen aanlopen en vertelt haar dat zijn enige introductie de verering voor haar man en zijn muziek is. Blijkbaar is het genoeg, want hij mag binnenkomen. Ze neemt hem mee naar de muziekzaal van het | |
[pagina 92]
| |
houten huis, waarin een grote vleugel staat
Edvard en Nina Grieg.
en waarvan de muren behangen zijn met schilderijen. Na wat beleefdheden te hebben uitgewisseld en wat te hebben gepraat over de muziek van Grieg, neemt ze hem mee naar het graf van haar man. ‘Dan geleidt de bewoonster mij naar den tuin, en langs slingerpaadjes onder kreupelhout en hoog geboomte den heuvel, afdalend, naar het heiligdom van Troldhaugen: Grieg's grafgesteente. Steil staat de rots op, waarover langs beide zijden het groene bosch klimt, steil en blank tusschen 't groen dat het huis daarboven omsluiert. Rondom waaiert een breede sier van varenbladeren open, ruikervormig telkens een ring van gebogen, zachtbewogen bladveeren. Wintergroen bedekt den voet van den rotswand en kruipt langzaam op langs 't helder gesteente, streelend met de kleine, groene handen van zijn gebladerte de plaats, waar 't stoffelijk overschot des meesters rust. Dit is in plechtigen stoet van 't crematorium hierheen gevoerd, en besloten in een bronzen urn, niet der aarde, maar der hechte rots toevertrouwd. De plek waar zij is ingemetseld is kenbaar aan den voorgeschoven steen, die draagt tot eenig teeken de naam des kunstenaars: Edvard Grieg.’ Het is een plek die de componist zelfheeft uitgekozen. En niet zo maar, stelt Felix Rutten. ‘Schuilt er symboliek in deze keuze? Voorzeker is 't moeielijk een dichterlijker graf aan te wijzen. (...) Grieg had een levensdoel: hij was gehecht aan den grond zijner geboorte, en daaruit bloeide zijn kunst op. De sterke rotsen van zijn land en de klare wateren zijner meren waren hem 't leidend beginsel in zijn kunst. Zoo roept zijn graf den nakomelingen toe: weest uwe Noorsche bergen trouw, weest gezond en waar en nationaal: dat is voor onze kunst de leuze.’Ga naar eind10 Tijdens zijn korte bezoek maakt hij indruk op mevrouw Grieg. Als hij haar vertelt dat hij de 31ste augustus uit Bergen vertrekt om zich voor enkele maanden in Kopenhagen te vestigen, geeft ze hem een aanbevelingsbrief mee. Bovendien krijgt hij een schrijven mee voor haar muziekuitgever in de Deense hoofdstad. Hij moet de nieuwbakken journalist zoveel als mogelijk helpen. Ze zal er zelf op toe zien dat het ook gebeurt, want ze brengt de wintermaanden altijd in Kopenhagen door. Daar zullen ze elkaar zeker weer ontmoeten, belooft ze hem.Ga naar eind11 | |
[pagina 93]
| |
Een goede referentie krijgt hij later ook van
Troldhaugen, de woning van Grieg.
het hoofd van de Bergense journalistenvereniging. Verder wordt hij bij zijn besluit naar Denemarken af te reizen gesterkt door de redacties van De Nieuwe Rotterdamsche Courant en De Tijd. Die willen maar al te graag zijn artikelen blijven afnemen en sturen hem zelfs perskaarten zodat hij voortaan altijd gratis kan reizen. En hoewel hij nog niet weet wat hij bij De Tijd krijgt voor zijn stukken, kan hij zijn ouders toch al trots berichten dat hij inmiddels van de pen kan leven. Evengoed wil hij in Kopenhagen taalles gaan geven. Hij heeft al advertenties in Deense kranten gezet om klanten te werven. In Kopenhagen wil hij daarnaast aan de universiteit colleges gaan volgen. Zijn reisplan voorziet erin om de 31ste augustus uit Bergen te vertrekken, 1 september in Kristiania door te brengen en dan op vrijdag 2 september in de Deense hoofdstad aan te komen. Daar wil hij als het even kan tot een paar dagen voor Kerstmis blijven. Op de geboortedag van Christus wil hij terug zijn in Sittard. Hij meldt dit alles eind augustus in een lange brief. Daarin verontschuldigt hij zich tevens uitvoerig dat hij zo lang weg blijft, langer dan gepland. ‘Nu 'k mijn brief nog eens heb nagelezen, komt 't zwaar over me, dat u dit schrijven zooveel teleurstelling zal brengen, daar gij me graag terug zoudt zien en dit nu toch niet kan. Wel heb 'k vast beloofd terug te komen, omdat ik 't dacht. Maar nu ik hier in werkelijkheid zit en dit onder de oogen zie, - niet meer uit de verte als toen 'k wegging, - nu kan 'k niet anders handelen. 't Is zoo ellendig dat men elkaar moet pijn doen, en juist van elkander meer pijnlijk naarmate men meer van elkander houdt. En ge twijfelt toch niet, dat 'k u onzeglijk liefheb. Juist nu 'k mijn weg vind, nu de zorgen om den eersten stap afgelegd zijn, nu 'k ruimer adem, nu voel 'k meer dan voorheen, hoeveel 'k van u hou, ook nu 'k weet dat ge bestendig om mij in zorg zijt. Doch laat deze achterwege. Ook hebt ge reden genoeg, om u te verheugen, over mijn bevindingen. Als ge eens bedenkt hoe 'k altijd maar van liefde en goedheid omringd ben, hoe 'k bijna alle succes heb, hoe 'k zoo gemakkelijk over teleurstellingen heen kan als die komen, hoe 'k al maar prettig leef en juist dat verkrijg wat 'k zoo smachtend heb verlangd: kennis, ontwikkeling, ondervinding en schoonheidsemotie's; - in een woord, als ge bedenkt dat 'k nu zóó leef als 'k altijd heb gedroomd te kunnen leven, en dat juist nu immer beter gaat worden en altijd mooier, - ja, dan moet u toch wel tevreden zijn en me “Felix” d.i. gelukkig heten!’Ga naar eind12 Voor hij het weet is het woensdag 31 augustus en moet hij 's morgens om 7 uur de trein naar Kristiania nemen. Op het station staat natuurlijk Sophie. Ze is samen met de dame bij wie ze op kamers woont met een vroege trein naar de stad gekomen om hem uitgeleide te doen. Een poging van de vrouwen om bloemen voor hem te kopen is mislukt. | |
[pagina 94]
| |
De winkels zijn nog dicht. In plaats van bloemen hebben ze daarom maar twintig taartjes gekocht. Sophie wil nog heel veel met hem bespreken, maar daar komt niks van als blijkt dat haar begeleidster haar horloge kwijt is. Ze moet helpen zoeken. Dan is er het moment van afscheid. Er wordt nog lang gewuifd. En niet alleen op het station van Bergen. Op het eerste station van Bergen af staat een vriendin van Sophie te zwaaien, op het tweede haar huisbaas, op het derde kennissen en op het vierde nieuwe vrienden die hij in Noorwegen heeft gemaakt. Hun drie kinderen zijn er ook bij en hebben bloemen voor hem meegebracht. Bloemen die hij overigens ook naar het nieuwe adres van Sophie in Bergen heeft laten sturen. Net nu hij vertrekt krijgt ze kamers in de stad aan de Frielesgate bij het Natuur-historisch museum. Het afscheid nemen valt Felix Rutten zwaar. Hij is doodmoe en slaapt tot 14 uur. Na gedineerd te hebben, legt hij zich weer te ruste en slaapt opnieuw. Nu tot 18 uur. Om 22.30 uur arriveert hij in zijn hotel te Kristiania.Ga naar eind13 In de Noorse hoofdstad heeft hij slechts één dag, waarin hij een behoorlijk aantal bezoeken moet afleggen. Allereerst doet hij 's morgens om 7 uur Sophie's vriendin Helga uitgeleide, die naar Bergen vertrekt om er met Sophie samen te gaan wonen. Vervolgens ontmoet hij een paar kennissen uit Bergen, bezoekt de pastoor, gaat thee drinken bij Sophie's zus Molle en soupeert bij de ouders van Helga. Iedereen staat er versteld van dat hij nu makkelijk Noors spreekt. Tussendoor probeert hij nog vrij reizen te versieren naar
De Bergensbaan in de buurt van Voss.
| |
[pagina 95]
| |
Kopenhagen, maar dat lukt slechts gedeeltelijk. Alleen het stuk dat nog over Noors grondgebied gaat is gratis, daarna moet hij toch echt betalen.Ga naar eind14 De dag erna wacht opnieuw om 7 uur de trein, die hem diezelfde dag nog via Göteborg en Helsingborg in Kopenhagen zal brengen. Hij komt er iets na elven 's avonds aan, na een enerverende reis waarvan hij in De Nieuwe Rotterdamsche Courant verslag uitbrengt. Hij schrijft met name over de moeite die hij moet doen om aan eten te komen, aangezien er geen restauratiewagen in de trein zit. Voor het middagmaal wordt tegen 14 uur gestopt bij een klein station en dan rennen alle reizigers naar de restauratiezaal. Felix Rutten is verrast, maar verdringt zich al snel net als de anderen om een bord en bestek te krijgen. Om op dat bord vlees, aardappelen en groenten te krijgen moet hij zich nog eens in het gewoel storten. En datzelfde is nodig om aan een toetje te komen.Ga naar eind15 Gelukkig weet hij eenmaal in Kopenhagen snel onderdak te vinden in Fry Fahnoë's Pensionat aan het Raadhusplads 14, dus midden in de stad. De dag erna haalt hij bij het postkantoor zijn post op en vindt er een korte brief van Sophie. De dag na zijn vertrek, donderdag 1 september schrijft ze hem:
‘Lieve [Felix],
In mijn nieuwe huis - wat een bloemenpracht! Ik sta op het punt in tranen uit te barsten vanwege jou en je vriendelijkheid - duizendmaal dank! Ik mis je zo. Waarom ben je vertrokken?
Hoe dan ook, groeten van
Sof’Ga naar eind16 |
|