De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Donderbuy &c. aan O. v A. Een Somer-koelte kan wel ligt Een mens een Rockjen uyt doen trecken; Maar stormt het uyt den Noorden digt Wy sullen ons te warmer decken. 'K wil seggen; dat door tegenstand Ik in geen yever voel verflauwen; Die ons bedreygt en wil benauwen Giet dwaaslijk Oly in den brand. Wat segtge Apollos? is uw hert Met my niet eens? ik agt het seeker; 'K voel in desen vrees nog smert, Maar teed're sorge voor den spreeker En innige medoogentheid Voor dese die soo vinnig woelen: Vergeeft 't haar Heer! en doe hen voelen, Door uwen Geest, hun onbescheid. Vorige Volgende