De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] 'T Leven verkregen door 't verlies van 't Leven. 'K Was door de sonde dood, doe 'k aan de sonde leefde; En myn verstand en wil, Gods wille wederstreefde, Na Satans wil geschoeyt op een verkeerde leest: Dus walg'lijk voor myn God na Lighaam en na Geest. Maar Jesus die voor ons der sonden is gestorven, Een leven dat in hem, voor mynen God bestaat; Gewrogt door synen Geest, en werksaam in der daat Tot Hem, om eenlijk tot syn Heerlijkheid te wesen: Op datmen self in my mag zyn getuygnis lesen, Dat ik der sonde dood, maar Gode levend ben: En geen belang als van syn Koninkryk meer ken. Vorige Volgende