De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 'T Waar en vals Goed. 1. GOd heeft door 't Bloed syns Soons hem tot myn hooft gegeven, 2. Van straf my vry-gekent, 3. van slaverny ontheven, 4. Aan my bewesen dat hy Ryk is van Genâ; 5. Door hem ontdekt, met myn Verlossing uyt te werken: 6. Ik vind my vry met Gods vergiff'nis regt te merken: 7. Waar toe 't gestorte Bloed van Christus komt te stâ: Hoe troost'lijk is het dat toe-eyg'nend te beschouwen, 'T geeft wysheid, als wy wat en hoe geschikt ontvouwen: Hoe Zaalig is 't gepeyns op 't eeuwig duursaam goed! Soo is 't met aards besit, en slommer niet gelegen, Die maakt beswaarnis om de ziel als neer te wegen, Dat Goed, heet Goed, dog maar om dat het dekt en voed. Vorige Volgende