De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ondersoek Wat de Schaduwagtige en Wat Gods Waare Wet zy. NAtuur-wets inspraak segt dient God betragt het goed, Vermyd het quaad; dus luyd den eys des Wets der zeden; Maar die en segt ons niet wat God men dienen moet: Nog wyst van 's menschen pligt ooyt aan de regte Rede. Daar na komt Sinaas Wet, die aan 't verkooren Volk, Segt, dat Jehova is haar God die haar verloste; Dus wierd den grond haars pligts vertoont, dog in een wolk En donk're Schildery, van 't geen sy wagten mosten. Wat was dat? dat God eens, door 't schenken van syn Geest, De Wet des levens in het hart syns Volks souw schrijven; Hier toe is Christus bloed noodsaakelijk geweest: Om ons tot onsen pligt te leyden, niet te dryven. Dat is gesegt; nu is 't de aangenaame tyd, Dat elk geloovig hert, sig selfs vermaant inwendig; O ziel! toont door u doen den staat waar in gy zyt: Jehova is uw God; dat maakt u Heyl bestendig. Dees Wet is 't Erfgoed van het Nieuwe Testament, Gods wil, en God is een; en dus dat Zalig wesen, [pagina 124] [p. 124] Dat niet dan liefde en is, maakt sig aan ons bekent: 'T welk sterven wouw, om ons ten leven te genesen. Geen grooter rykdom als de kennis Gods; waar in Ons eeuwig leven is. O afgrond van genade! Gods Wet eyst niets van ons als; (dits haar waren sin) Schik na uw Zaal'gen staat, in Heyligheid uw daden. Vorige Volgende