De poësy van de geest en deugtryke juffrouw G. Gordon de Graeuw(1710)–Geertruijd Gordon de Graeuw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vierde Rust. Dus moet het oeff'nen van myn pligt, In myne vryheid te ontdecken, My 't middel tot betoog verstrecken Dat my het teerst aan 't herte ligt, De liefde Gods en mynes naasten: In welke twee Gods Soon vervangt, Daar Wet en Prophecy aanhangt: Des moet ik spreeken, werken, haasten; 1. Op dat ik 't eynde des Gebods, In enkele liefde te bepaalen, Mag als myn eenig doel-wit haalen, In 's naastens heyl, en eer myns Gods: 2. Sulks is nu in geen sleur gelegen, En staatlijkheit van Kerk-gebaar, Dat alles kan een Huychelaar, Een Heyden kan ook liefde plegen, Met sijnen even-mensch in nood Hulp, geld, en voedsel toe-te-deelen; Schoon onbewust sijn ziel te heelen, En dus te redden van de dood. Dies, in myn naasten t'overreden, Dat met volslagen Heerschappy, Jehova ook sijn Konink zy; [pagina 30] [p. 30] Op dat hy in Gods Eed mag treden, Als onderdaan van Christus Ryk: Hem Satans slaverny 't ontrecken, Met hem de Vryheid Gods 't ontdecken, Dat is myn hoogste liefde-blyk: Die liefde my van God gegeven, Keert op-waarts dus; door 't middel van Myn naasten, die ik vrugbaar dan Myn Schepper weder-baar ten leven. 3. Hier toe alleenig uyt-gestrekt, Moet al myn kragt en pooging wesen; En om te voorderen in desen, Moet myne vryheid sijn ondekt: Op dat myn naasten mag gelooven, 'T geen ik van Gods genade seg; Soo moet ik ruymen uyt den weg, Al wat die stralen schynt te dooven: Hoe breed ik roemen mogt van vry, En bleef nog dienen met myn leden, Wraak-laster-sugt, begeerlikheden. Myn doen souw tuygen tegens my: 'T souw voor myn tong een breydel strecken, En grendel voor myns naastens hert; Dat andersins gewonnen wert, (Al komt het sijn gehoor 't ontrecken) Voor 't woord) als was het sonder woordt, Door mynen Christelijken wandel, Verdraagsaam, goed in al myn handel; Gelokt door 't geen het siet en hoort. Soo moet soo kan ik zielen vangen; En die dat doet, is goed en wys; De leere der gena tot prys, Die geeft het geen hy heeft ontfangen. Vorige Volgende