| |
| |
| |
Boris Pasternak Dokter Zjiwago
De verschijning van de roman Dokter Zjiwago van de Russische schrijver Boris Pasternak, eerst in het Italiaans, toen in het Frans en in het Engels, is een gebeurtenis die overal met een zekere opwinding is begroet. Een begrijpelijke opwinding, indien men weet dat het boek in Rusland zelf niet mocht verschijnen en dat de schrijver een grote naam heeft als dichter, al kunnen slechts weinigen buiten Rusland zijn betekenis in die hoedanigheid beoordelen. Bovendien was bekend dat Pasternak geen vriend was van het communistische regime, al had hij het toch ook niet nodig gevonden te emigreren, zoals bijvoorbeeld zijn vader, de schilder Leonid Pasternak, had gedaan.
Het laatste openbare optreden van de dichter was zijn onverwachte verschijning geweest op het anti-fascistische schrijverscongres dat in 1935 in Parijs plaatsvond. Samen met Isaak Babel moest hij daar de eer van de Sowjetunie redden, nadat de delegatie die uit stompzinnige bureaucraten en propagandisten bestond, tussen vele bekende Westeuropese schrijvers een droevig figuur had geslagen. Babel verdween kort daarna als slachtoffer van de stalinistische zuiveraars. Pasternak werd ongemoeid gelaten. Behalve een aantal vertalingen verscheen er twintig jaar niets van zijn hand. In Rusland werd zijn naam in artikelen over poëzie niet meer genoemd. Zelfs in uitvoerige werken werd hij doodgezwegen of, een enkele maal, gereleveerd als 'ideologische vijand' of 'binnenlandse emigrant'.
Zijn eerste publikatie na ongeveer twintig jaar zwijgen was in april 1954, toen een tiental gedichten van hem verscheen in het tijdschrift Znamja, dat wordt uitgegeven door de Sowjet-schrijversvereniging. In een aantekening deelde de auteur mee dat de gedichten ontleend waren aan een roman Dokter Zjiwago, die waarschijnlijk in de zomer voltooid zou worden. 'De held van deze roman, een arts en een denker die de waarheid zoekt en die artistieke en creatieve neigingen heeft, sterft in 1929. Onder
| |
| |
zijn nagelaten papieren wordt een aantal gedichten gevonden die als een laatste hoofdstuk de roman zullen besluiten. Enkele daarvan worden hier afgedrukt.'
Uit deze publikatie mag men afleiden dat Pasternak verwachtte dat zijn boek in Rusland zou kunnen verschijnen en dat ook de schrijversvereniging met die mogelijkheid rekening hield. In de herfst van 1954 werden de gepubliceerde gedichten zachtaardig gekritiseerd door Sowjet-recensenten, als tekortschietend in vitaliteit en niet in overeenstemming met 'de hedendaagse behoeften'.
Voor wat er verder precies gebeurd is kan men alleen beschikken over de verklaringen die Alexei Soerkow, een bestuurslid van de Sowjet-schrijversvereniging, heeft afgelegd in een interview met L'Unità, het Italiaanse communistische dagblad, van 22 oktober 1957. Pasternak zou het manuscript van zijn roman gezonden hebben aaneen Russische uitgeverij. De directie daarvan, bestaande uit een schrijverscollectief, zou daarop een brief aan de auteur hebben geschreven met een aantal bezwaren tegen het boek. Pasternak zou het met sommige bezwaren eens zijn geweest en gesproken hebben over zijn voornemen de tekst te herzien. Tevens zou hij zijn Italiaanse uitgever, die een manuscript gekregen had voor een Italiaanse vertaling, telegrafisch verzocht hebben dit voor een revisie naar Moskou terug te sturen.
Inderdaad beschikte de uitgeverij Feltrinelli te Milaan over een kopie van het handschrift, meegebracht door een vertegenwoordiger van de uitgever, die in de zomer van 1956 Pasternak had bezocht. Feltrinelli, die zelf lid is van de Italiaanse communistische partij, had de auteursrechten voor alle vertalingen verworven. Volgens hem had Soerkow hem samen met een Italiaanse partijfunctionaris bezocht en pressie op hem uitgeoefend om de publikatie stop te zetten. Hij heeft daarbij zelfs Pasternak's persoonlijke veiligheid in het geding gebracht. Verschillende buitenlandse uitgevers die de vertaalrechten van Feltrinelli hadden gekregen, ontvingen telegrammen getekend door Pasternak met het verzoek de publikatie niet te laten doorgaan. Feltrinelli stelde zich op het standpunt dat hij zich hield aan de oorspronkelijke overeenkomst omdat een herziene uitgave in Rusland achterwege was gebleven.
| |
| |
In Moskou werd in december 1957 een persconferentie georganiseerd waar Pasternak zijn ontevredenheid over de gang van zaken zou moeten betuigen. Hij gaf echter in het geheel geen uiting aan misnoegen, maar zei dat al die onzin (persberichten etc.) achterwege gebleven zou zijn, indien de Russische uitgevers wijzer geweest waren en de publikatie van zijn boek hadden toegestaan.
Ik vermeld dit alles uitvoerig, omdat het van belang is legendevorming te voorkomen. Pasternak heeft tijdens de periode van 'dooi' na de dood van Stalin wel degelijk gehoopt dat zijn boek in Rusland zou kunnen verschijnen, maar hij heeft tegelijkertijd de uitgave in het buitenland zeker gesteld om zich tegen de binnenlandse risico's te dekken. Zijn persoonlijke veiligheid is daarbij voor hem klaarblijkelijk niet in het geding geweest. Men heeft wel telegrammen kunnen sturen ondertekend met zijn naam, maar men heeft hem niet kunnen dwingen een letter van wat hij geschreven had terug te nemen.
Intussen hebben juist deze feiten, die geheel of ten dele door de pers bekend werden, het boek een sensationeel getinte aandacht bezorgd, die in het geheel niet past bij het karakter en het niveau ervan. Pasternak's boek is een omvangrijke en gecompliceerde roman. (De Franse uitgave beslaat meer dan 600 pagina's; de Engelse is meer dan 100 pagina's korter.)
Dit boek is allerminst een politiek strijdschrift. De schrijver heeft een individueel getuigenis willen afleggen over de periode 1903-1929 met nog enige toegiften over latere jaren. Men kan er de levensbeschouwing van een dichter in zien, geprojecteerd in beelden, feiten en lotgevallen. Filosofische ontboezemingen, dagboekfragmenten, gesprekken, gedichten: met al deze hulpmiddelen heeft Pasternak geprobeerd het verhaal van zijn hoofdfiguren het reliëf te geven van een geestelijke wereld. Hij heeft ze tevens omstuwd met honderden personages, wier lotgevallen soms afbreken, soms tientallen bladzijden verder worden voortgezet, mensen die elkaar ontmoeten, soms zonder elkaar ooit te spreken, wier levens elkaar kruisen of parallel lopen in een bijna onontwarbaar patroon van willekeur en toevalligheid, waarmee iets essentieels van het werkelijke leven wordt gesuggereerd.
Dokter Zjiwago is dus niet een boek dat men even leest om
| |
| |
argumenten tegen het communisme op te doen. Het is een wereld, waarin men eerst de weg moet vinden, zowel om de personages uit elkaar te houden en te herkennen als om vertrouwd te raken met de inrichting van de bijzondere geest die hier aan het woord is. Het boek is door sommigen vergeleken met Tolstoi's Oorlog en vrede, dat ook een complete wereld oproept, maar dat er overigens in geen enkel opzicht op lijkt. Pasternak is een grote geest die een roman geschreven heeft, maar geen grote romancier, zoals Tolstoi die objectiverend te werk gaat en een techniek heeft om de lezer zijn wereld te tonen. Pasternak heeft die techniek in veel mindere mate. Hij is een soort pointillist, die kleine beelden, kleine scènes, impressies, ideeën, coïncidenties naast elkaar zet, die men op een afstand moet zien om een zinvol geheel te krijgen. Men moet dit boek dus lezen met inspanning en geduld om door te dringen tot de visie en de bedoelingen van de schrijver.
Het verbluffende van deze roman is niet dat men er een afwijzing in kan lezen van de communistische werkelijkheid (die er overigens wel inzit), maar dat een zo onafhankelijke, westers-individualistische visie mogelijk is gebleven na veertig jaar reglementering van de geest. De schrijver is niet vóór het kapitalisme of reactionair of tegen de misbruiken binnen het communistisch systeem. Hij verwerpt de tegenstelling, de politieke denkwijze die van dit soort tegenstellingen uitgaat, omdat voor hem het menselijke leven zich afspeelt op een ander niveau, in een andere lucht. Dat betekent ook dat hij in het minst niet gebonden was aan de oude orde die in oktober 1917 vernietigd werd. Zijn personage, dokter Zjiwago, die voor hem spreekt, is dan ook een voorstander van de revolutie op het ogenblik dat zij zich voltrekt. Als arts juicht hij de chirurgische ingreep toe. 'Zonder dubbelzinnigheid en in alle eenvoud beëindigt men een eeuwenoud onrecht.'
Maar zo ook zou men moeten reageren, vindt Pasternak, op alles wat die revolutie verder geworden is. Dokter Zjiwago is nog maar een in een individuele verbeeldingswereld getransponeerde reactie. In zijn Essai d'autobiografie, geschreven als inleiding tot een herdruk van zijn poëzie, die in Rusland is aangekondigd maar niet verschenen, een inleiding die nu ook in het Frans
| |
| |
is uitgekomen, houdt hij vóór de revolutie op, omdat, zegt hij, voortzetting bovenmatig moeilijk zou zijn. 'Men zou over de wereld van de revolutie moeten praten, zodat het hart beklemd wordt en het haar overeind gaat staan. Erover praten op de gewone, herkauwende manier heeft geen zin. Zo schrijven is laag en oneerlijk. Wij zijn nog ver van dat ideaal.'
Pasternak moet dit geschreven hebben na de voltooiing van Dokter Zjiwago, n.l. in 1956, want hij noemt in deze autobiografie de zelfmoord van de romanschrijver Fadejew, die volgens een noot in dat jaar plaats had. Pasternak spreekt hier ook over de zelfmoorden van Majakowski, Jessenin, Marina Tswetajewa en Paolo Jasjwili, dichters tot wie hij in een persoonlijke verhouding heeft gestaan. Meer dan zijn roman maakt dit boekje de indruk van een in een gevangenis geschreven noodkreet, met toespelingen en verwijzingen naar niet genoemde gruwelen, die de in kalmte geschreven beschouwingen over zijn literaire ontwikkeling des te aangrijpender maken.
In tegenstelling tot Majakowski, zegt Pasternak, is voor mij een leven zonder geheim en teruggetrokkenheid, een leven, briljant weerspiegeld in een tentoonstellingsvitrine, ondenkbaar. Deze reserve tegenover de gemakkelijke zichtbaarheid, die zowel politiek als persoonlijk begrepen moet worden, verklaart het moeilijk doordringbare en de kwaliteit van Dokter Zjiwago.
Deze roman speelt zich af op drie plans. Het is in de eerste plaats het tamelijk gedetailleerd vertelde levensverhaal van een dichterlijk arts die de speelbal wordt van stormachtige gebeurtenissen en eraan te gronde gaat. Verder is het een geschiedenis van de Russische revolutie, geprojecteerd in de levens van enkele individuen. Tenslotte - en dat is het overwegende aspect - is dit boek een parabel voor de persoonlijke filosofie van Pasternak, zijn zingeving aan het leven, waarbij de romanpersonages en hun lotgevallen als symbolisch demonstratie-materiaal fungeren.
Het verhaal beweegt zich in overeenstemming met de 19de-eeuwse Russische romantraditie om twee menselijke polen: een beschouwelijke, Hamlet-achtige figuur, Joeri Zjiwago en een man van de daad, Pawel Antipow. Tussen deze beiden bevindt zich Lara, de vrouw van Antipow, die, nadat hij haar heeft ver- | |
| |
laten, de maîtresse wordt van Zjiwago. Beide mannen, voor wie Lara een grote liefde heeft, zijn edele naturen; maar zij is ook gebonden aan een schaduwrijk karakter, de advocaat Komarowski, wiens slachtoffer zij als kind al is geweest en met wie zij later, na de dood van Antipow en de zelfverloochening van Zjiwago, nog in het huwelijk treedt.
Zoals er in Lara's leven drie mannen zijn, zo zijn er in Zjiwago's bestaan drie vrouwen. Hij is jong getrouwd met Tonia, zijn kameraad met wie hij is opgegroeid en van wie hij gescheiden wordt door de burgeroorlog. Lara is zijn grote liefde en als zij hem ontfutseld is door Komarowski en hij, gebroken, ziek en aan lager wal zijn laatste jaren in Moskou slijt, leeft hij samen met de toegewijde Marina, de dochter van een concierge. Tonia en Marina hebben ieder twee kinderen van hem. Uit zijn verhouding met Lara is, zonder dat hij het ooit verneemt, een dochter geboren, met wie de lezer in een epiloog kennismaakt.
Het privé-bestaan van deze mensen wordt steeds beïnvloed en beheerst door de grote gebeurtenissen van oorlog, revolutie en burgeroorlog. Zjiwago is hierin volkomen passief. Hij tracht zoveel mogelijk buiten schot te blijven. Als de ontberingen in Moskou in de winter van 1917 te nijpend worden, vertrekt hij met zijn gezin naar de Oeral om daar een veilig hoekje te vinden. Juist daar woedt dan de burgeroorlog bijzonder hevig. De dokter wordt gedwongen zich aan te sluiten bij de partizanen. Hij is telkens getuige van wreedheden en ondergang. Hij is voortdurend op de vlucht, bedreigd door zowel het rode als door het witte leger. Waar hij slaapt, krioelen de ratten en huilen de wolven, op de verlaten en verwaarloosde akkers die hij doortrekt, wordt hij omringd door veldmuizen en bedreigd door verwilderde honden. Hem mislukt alles en hij leidt tenslotte een vegeterend bestaan, maar telkens op zijn weg zijn er mensen die hem helpen. De drie vrouwen hebben hem lief en zijn hem trouw; verder is er zijn halfbroer Ewgraf, die hem bewondert en op beslissende momenten steunt met raad en daad en er zijn nog anderen die hem spontaan beschermen en bijstaan.
Antipow daarentegen is een actieve figuur die zichzelf helpt. Hij is een arbeiderszoon die gestudeerd heeft en die uitmunt in verschillende takken van wetenschap. Hij wordt politiek com- | |
| |
missaris bij het rode leger in de Oeral. Hij is een succesvolle revolutionair, die overigens even hard mislukt als de beschouwelijke Zjiwago. Zijn huwelijk met Lara lijdt schipbreuk, omdat hij door het verleden van zijn vrouw wordt gekweld en (ten onrechte) aan haar liefde twijfelt. Zijn politieke carrière wordt afgebroken, omdat hij als zovele overwinnende aanvoerders van de bolsjewieken van verraad wordt beschuldigd. Op de vlucht en in het nauw gedreven schiet hij zich dood.
Lara is zowel jegens Antipow als jegens Zjiwago in staat tot een grote, hartstochtelijke liefde. Zij houdt van Antipow omdat zij hem bewondert om zijn wilskracht en morele zuiverheid. Zij houdt van Zjiwago omdat zij zoveel met hem gemeen heeft, al staat zij dichter bij de revolutie dan hij, omdat zij als kind armoede en ellende van dichtbij heeft gezien. Tijdens de burgeroorlog had zij relaties in beide kampen, waardoor zij in staat was vele vervolgden en bedreigden te helpen. Na de dood van Zjiwago verdwijnt zij, 'zonder twijfel werd zij op straat gearresteerd. Zij moest sterven of verdwijnen, niemand weet waar, vergeten onder het anonieme nummer van een verloren lijst, in een van de ontelbare concentratiekampen van het noorden'.
Behalve een levensverhaal en een geschiedenis van Rusland is deze roman een gelijkenis. Het is de uitbeelding van het leven dat onder bepaalde omstandigheden in het naamloze verdwijnt. Lara is het symbool van het leven, van de verborgen krachten in Rusland, onzelfstandig, beschikbaar. Zij is in het begin al bezoedeld doordat zij in handen gevallen is van de geslepen profiteur Komarowski, symbool van de onscrupuleusheid en het kwaad. Haar huwelijk met Antipow, die het verstand en het karakter vertegenwoordigt, was haar bevrijding. Men kan er de revolutie in zien in het eerste, virginale stadium. Maar Antipow is een man van abstracties en principes. Hem ontbreekt de intuïtie die de onvruchtbare orde van het voorzienbare doorbreekt. Hij mist 'de verdraagzaamheid van het hart', die het algemene opgeeft voor het individuele. Antipow verlaat Lara, d.w.z. de revolutie maakt zich los van het leven, verstart in theorieën, in leugenachtige frasen en onmenselijke hardheid.
Zjiwago vertegenwoordigt het dichterlijke, intuïtieve principe, waarmee het leven zich dan verbindt. Omdat het in de onvrij- | |
| |
heid niet kan functioneren, verliest dit onpraktische principe het leven aan het kwaad, dat op handige manier na de revolutie weer een voordelige positie heeft veroverd. Rede en karakter hebben zelfmoord gepleegd. Het dichterlijke principe moet zich met een surrogaat-leven behelpen en sterft. Het leven-zelf verdwijnt spoorloos.
Dat dit verhaal op deze manier symbolisch geduid kan worden, is niet een min of meer spitsvondige hypothese. Pasternak is in het geheel niet zuinig met aanwijzingen in die richting. Er is ook een aantal gebeurtenissen die psychologisch of historisch niet verklaard kunnen worden en die een uitsluitend symbolische betekenis hebben.
Over de mislukking van Antipow's huwelijk kan men twijfelen, ofschoon m.i. de symboliek hier primair is, maar de raadselachtige figuur van Ewgraf heeft in elk geval geen ander dan een zinnebeeldig bestaan. Hij is Zjiwago's halfbroer en fungeert in het verhaal als de dood die hem onzichtbaar begeleidt en die op beslissende momenten ingrijpt, niet om hem kwaad te doen, maar om hem voort te helpen in de richting van zijn bestemming. Zjiwago ontmoet hem voor het eerst als hij de berichten over de revolutie leest. Hij herkent hem dan niet, maar in koortsdromen die hij later heeft wordt hem de functie van deze Ewgraf duidelijk. Het is de dood die hem helpt, van wie hij profiteert. Als Zjiwago sterft is Ewgraf ook onmiddellijk aanwezig; hij verzorgt zijn literaire nalatenschap. In de tweede wereldoorlog is hij generaal in het Russische leger (wat ook niet verwonderlijk is) en hij neemt de dochter van Zjiwago en Lara onder zijn hoede.
Pasternak heeft lang geleden een dichtbundel geschreven, getiteld: Mijn zuster, het leven. Het is in zo'n gedachtengang niet vreemd om een broer te laten fungeren als iemands dood. De scène bij het lijk van Zjiwago, waar Lara en Ewgraf, enigszins terzijde van de treurende familie en vrienden, aanwezig zijn, met onverklaarbare, maar duidelijk zichtbare volmachten, alsof zij met een zekere voldoening deel hebben aan zijn dood, zou geheel onbegrijpelijk zijn, als men niet inzag dat hier zinnebeelden bedoeld zijn: het Leven en de Dood van Zjiwago.
Nu is deze symboliek op zichzelf nog geen winst. Maar houdt
| |
| |
men haar in het oog, dan krijgen de bedoelingen van de schrijver wel een duidelijker reliëf.
Het einde van Zjiwago begint in een Moskouse tram, die om de paar meter een mankement heeft dat verholpen moet worden, voordat het vehikel weer een stukje doorsukkelt. Zjiwago krijgt het benauwd en wil een raam openen. Iedereen roept hem toe dat de ramen niet open kunnen. Hij probeert het toch en de inspanning bezorgt hem een attaque. Hij wringt zich dan naar buiten en sterft op straat. Een heel oude Française die al een tijdlang naast de tram heeft gelopen en hem telkens ingehaald, heeft juist die dag, na twaalf jaar op een uitreisvergunning gewacht te hebben, haar visum gekregen. Zij ziet hem dood op straat liggen. Zij heeft hem ingehaald.
Dit kan niets anders zijn dan een politieke allegorie. De benauwde tram is Rusland, waar alle vensters gesloten zijn. En zelfs het oude Frankrijk beweegt zich vlugger te voet. De scène is een samenvatting van de hele roman, waarbij Zjiwago's sterven op straat ook nog een eigen betekenis heeft.
Men moet dit einde immers in verband brengen met een theorie die in de mond gelegd is van Zjiwago's oom, een voormalig priester en filosofisch auteur, die grote invloed op de dokter heeft. Deze man zegt dat men atheïst kan zijn en toch weten dat de mens niet leeft in de natuur, maar in de geschiedenis, die is ingesteld door Christus en waarvan het evangelie de grondslag is. Ideeën als de naastenliefde, de persoonlijke vrijheid en het leven opgevat als offer, zijn nodig om het mysterie van de dood te ontraadselen. De geschiedenis is het werken daaraan. Zij is in deze zin mogelijk gemaakt door Christus, door wiens dood de mens kan voortleven in het nageslacht en 'thuis kan sterven, in de geschiedenis, in plaats van op straat'.
De schrijver heeft met 'de dood op straat' van zijn hoofdpersoon ongetwijfeld willen zeggen dat die dood zinloos is, een gebeurtenis buiten de 'geschiedenis', die de vrijheid van het individu veronderstelt.
Alle gebeurtenissen en gedachten van Dokter Zjiwago convergeren tenslotte in een bittere klacht, een klacht eerder dan een aanklacht, over de ontluistering en de ontreddering, over het verraad dat de revolutie in Rusland gepleegd heeft jegens het leven
| |
| |
in de door Pasternak persoonlijk geïnterpreteerde opvatting van het christendom.
Hij is bitter over de intellectuelen die zich door concentratiekampen verfrist en heropgevoed voelen. 'Een man in ketenen idealiseert altijd zijn slavernij.' Hij vergelijkt deze mensen met circuspaarden die zichzelf gedresseerd hebben. Hij veracht de helden van de revolutie, 'fanatici met oogkleppen', 'de geest van middelmatigheid, die men tientallen, honderden jaren adoreert als een heilige zaak'.
Over het marxisme: 'Ik ken geen stroming die verder verwijderd is van de feiten dan het marxisme. Ieder is bezig zijn ideeën te verifiëren aan de ervaring, maar de mensen die aan de macht zijn keren de waarheid de rug toe in naam van de fabel die zij gesmeed hebben omtrent hun eigen onfeilbaarheid. De politiek zegt mij niets. Ik houd niet van mensen die onverschillig zijn voor de waarheid.'
Met al zijn gewildheden, romanciers-onhandigheden, geforceerde symboliek en oneconomisch gebruik van personen is Dokter Zjiwago een indrukwekkend panorama van een sombere, alle waarden verwoestende periode, een aangrijpende elegie over de onmenselijkheid en tegelijkertijd een ode aan de vrijheid, verzadigd van verering voor het leven, van een geluk vol tranen zoals alleen in gevangenissen denkbaar is.
|
|