Alexander Poesjkin Dramatisch werk en proza
In een essay over Tolstoi heeft de Oxford-filosoof Isaiah Berlin een onderscheid gemaakt tussen twee soorten van schrijvers. Zich beroepend op een nagelaten fragment van de Griekse dichter Archilochus (7de eeuw v. Chr.) dat luidt: 'De vos weet vele dingen, maar de egel weet één groot ding', stelt hij een indeling voor van schrijvers en denkers (en mensen in 't algemeen) in egels en vossen. De egels verbinden alles aan één enkele centrale visie, een min of meer samenhangend systeem waardoor al hun waarnemingen en begrippen bepaald worden. De vossen zijn de mensen die allerlei doeleinden nastreven, vaak zonder samenhang, zelfs van tegengestelde aard en onderling niet verbonden door een moreel of esthetisch beginsel.
Als voorbeelden van 'egels' noemt Berlin: Plato, Lucretius, Dante, Pascal, Hegel, Dostojewski, Nietzsche, Ibsen, Proust. 'Vossen' zijn volgens hem: Herodotus, Aristoteles, Montaigne, Erasmus, Molière, Shakespeare, Goethe, Poesjkin, Balzac, Joyce. Sommige schrijvers verenigen kenmerken van beide types in zich, anderen zijn gave voorbeelden van één van beide. Zo ziet hij een duidelijk contrast tussen Poesjkin en Dostojewski, die als twee uitersten de Russische literatuur omspannen. Hij beschouwt Dostojewski als een echte egel, als een profeet die drager was van één enkele, universele boodschap die het middelpunt was van zijn wereld. Poesjkin daarentegen noemt hij een 'aartsvos', de grootste vos van de 19de eeuw, een veelvormig genie dat zich in talrijke variaties heeft voorgedaan. Andere Russische schrijvers kan men beter begrijpen, vindt Berlin, als men nagaat hoe zij zich verhouden tot Poesjkin en Dostojewski. Vervolgens betoogt hij, dat Tolstoi in aanleg en wezen een vos was, een weter van vele dingen zoals Poesjkin, maar dat hij zijn leven lang gestreefd heeft naar een eenheid zoals Dostojewski zou kenmerken, naar de profetische samenvattende visie van de egel.
Nu kan men natuurlijk met Berlin van mening verschillen over