| |
| |
| |
Ernest Hemingway Across the river and into the trees
Tegenwoordig is iedere generatie een 'verloren generatie' in de zin van: losgeslagen, zonder wortels in het verleden, zonder illusies, opgegroeid bij oorlog en ontreddering. Maar de eerste en de enige echte verloren generatie, waarvoor - ik meen door Gertrude Stein - de uitdrukking oorspronkelijk werd gebruikt, was het geslacht van de omstreeks 1900 geboren schrijvers - de generatie dus van de eerste wereldoorlog en de twintiger jaren. Van hen mag men de Amerikaan Ernest Hemingway wel als een van de begaafdsten beschouwen. Hij lijkt mij in elk geval wel de schrijver die er het best in geslaagd is het 'nihilisme' van die eerste na-oorlogse periode, de wanhoop om dat nihilisme en het leven in die wanhoop tot uitdrukking te brengen.
In Hemingway's eerste roman The sun also rises (die in Engeland Fiesta heet) hangt de jeugd rond in de bars van Parijs en verbijt haar ellende in een code van krampachtige opgeruimdheid. Er is geen andere moraal meer dan die van een bijna hysterische mannen-vriendschap, die duidelijk de voortzetting was van de oorlogscamaraderie. Hemingway's persoonlijke bijdrage tot dit algemene recept was zijn obsessie met geweld en lichamelijk lijden en zijn enorme gevoeligheid voor zintuiglijke genietingen.
Forellen vissen in Spanje, jacht op groot wild in Afrika, diepzee vissen in de Caraïbische Zee, stieregevechten - het zijn de onderwerpen waarmee Hemingway zijn fixatie aan het oorlogsgeweld ook na de oorlog voortzet. Hij groeit op - ook als schrijver - in afschuw van geweld en lijden en in een starre weerstand tegen die afschuw, die hij zo fanatiek cultiveert dat hij verslaafd raakt aan wat hij verfoeide. Daarom ziet men hem telkens weer opduiken op die plaatsen waar het ruw toegaat. De verloren generatie klampt zich vast aan haar eigen verderf. Wanneer Hemingway in de Spaanse burgeroorlog aan de kant van de republikeinen vecht, hoeft men daar ook geen grote politieke betekenis aan
| |
| |
te geven - politiek houd ik hem voor een non-valeur; dit trok hem aan omdat het nog groter was dan het grootste stieregevecht.
Een nihilist, een verslaafde aan drank en geweld, een poseur, een dikdoener - daarmee heeft men toch nog maar het begin van een portret. Van wezenlijk belang is ook dat hij in staat is tot een zeer eigen vertedering in een liefdesgeschiedenis als in A farewell to arms, al komt zijn tekening van vrouwenkarakters niet veel verder dan het eenvoudigste schema. Zijn grootste verdienste ligt, geloof ik, in zijn vermogen tot het suggereren van atmosferische gesteldheden, subtiele storingen in de relaties tussen man en vrouw, in het laten horen van een navrante noot die de tragiek aanduidt van gehavende mensen, ongeschikt voor het leven. De heroïek ook van het er toch tegenop tornen en het onvermijdelijk verliezen in laatste instantie.
Ik kan wel begrijpen dat men scheldt op de gemaniëreerdheid van zijn dialoog, op de Old-Shatterhand-achtige flinkheid van zijn helden, op al die zuipende en vloekende 'tough guys' met hun branie-achtig verzwegen leed, ik voor mij heb altijd bewondering gehad voor zijn korte verhalen met hun messcherp gevoel voor situaties en hun hallucinerende suggestie van water, sneeuw, wind en kloppend bloed.
In 1940 kwam hij met zijn For whom the bell tolls, die ál te Hollywood-achtige romance van de Spaanse burgeroorlog. Het zwijgen, waarin hij zich sindsdien hulde, heeft hij nu verbroken met zijn Across the river and into the trees, dat, zou men kunnen zeggen, zonder enig nieuws te brengen, enige van zijn kwaliteiten en al zijn onhebbelijkheden resumeert.
In Amerika en vooral in Engeland is het boek bijzonder slecht ontvangen en dat is alleen al begrijpelijk omdat het een anti-Angelsaksisch boek is. De hoofdpersoon is een verbitterde 51-jarige Amerikaanse kolonel, die een nogal rauwe verachting aan de dag legt voor de meeste geallieerde bevelhebbers van de tweede wereldoorlog; vooral Montgomery moet het ontgelden. Daartegenover heeft hij een zekere vertedering voor Duitse generaals als Rommel en een mateloze bewondering voor het Italiaanse volk. Hij is korte tijd 'Brigadier General' geweest, maar heeft toen, door kortzichtige bevelen op te volgen, een vreselijk fiasco
| |
| |
geleden. Hij is verder een enorme vuurvreter, die vele malen gewond is geweest en een hartkwaal heeft opgedaan waaraan hij spoedig zal moeten sterven. Dit boek is de geschiedenis van zijn laatste samenzijn met zijn grootste liefde, een 19-jarig Italiaans gravinnetje, van een daarop volgende eendejacht en zijn dood op de achterbank van zijn auto.
Het gravinnetje is een meisje van een mateloze schoonheid, een onovertroffen levenswijsheid, een grote en harmonische bedrevenheid in de liefde, daarbij van een hartstochtelijke verliefdheid en kinderlijke aanhankelijkheid aan de kolonel. Zij leek mij een volmaakte paskwil en men begrijpt pas de verblinding waarmee zij is uitgebeeld, als de vorige, Amerikaanse vrouw des kolonels ter sprake komt, die in dit aan bitterheden toch al rijke boek met schrikbarend platte haat wordt afgeslacht. De idealisering van de 'contessa' moest blijkbaar ook dienen als contrast om de Amerikaanse vrouwen dodelijker te treffen en deze ene in het bijzonder, wier beschrijving angstvallig klopt met wat magazines zo vaak over Hemingway's eigen gezellin hebben weten te berichten. Dit alles krijgt daardoor het karakter van een inferieure wraakneming en dat deze ook literair niet geslaagd is, behoeft bij zoveel negatieve intenties niet te verwonderen. De eens zo 'magische' dialoog is een slechte karikatuur van het genre geworden, de tedere vriendschappen met barmen en kellners een tot in het ridicule uitgebeende truc. Het geuren van Hemingway met zijn kennis van Italiaanse schilders, zijn liefde voor de cultuur en de gecultiveerde adel, de stad Venetië en de Italiaanse keuken krijgt ronduit iets onuitstaanbaars.
Alleen het begin en het eind van het boek, waarin de eende-jacht beschreven wordt met de boottocht over het blad-dunne ochtend-ijs, is van de oude Hemingway-kracht. Het is op zichzelf een sublieme short story met een eigen intrige. De rest, meer dan 200 bladzijden praten, eten, drinken en vrijen met de malle 'contessa' had ik liever willen missen.
Tenzij: als documentatie. Om aan te tonen hoe moeilijk het is voor een verloren generatie om vijftig jaar te worden. Hemingway's kolonel praat veel over de tweede wereldoorlog, maar de gevoelsnadruk ligt toch op de eerste, toen hij als luitenant vocht aan het Italiaanse front. Hemingway zelf heeft in die eerste we- | |
| |
reldoorlog als ambulance-chauffeur een tijd aan het Italiaanse front doorgebracht. Men kent de episode uit A farewell to arms. Het was de beklemming van het daar geziene dat hem gevormd heeft als man en als schrijver.
In de tweede wereldoorlog was hij er ook weer bij, toen als oorlogscorrespondent. Maar het was zijn oorlog niet meer. Dit boek representeert de tragiek die het niet heeft kunnen uitbeelden. Wat overbleef was de bitterheid, de pompeusheid en de slechte smaak van een ondanks alles groot schrijver. Men kan hem tenslotte eren, omdat hij hoe 'verloren'ook de intensiteit heeft gehad hardnekkig present te zijn.
| |
The old, man and the sea
In Hemingway's boeken speelt de visvangst een belangrijke rol. In zijn debuut In our time, dat van 1925 dateert, wordt al gevist in de rivieren en meren van Michigan. Eén van de verhalen in dit boek, getiteld 'The end of something', gaat over een vistochtje van een jongen en een meisje, die daarin vrijwel zonder woorden het einde van hun vriendschap beleven. In deze episode van nauwelijks vijf bladzijden zijn de meeste thema's van de latere Hemingway al te vinden: het idyllische dat nog wordt vastgehouden, maar dat eigenlijk voorbij is als een verbroken betovering; de vanzelfsprekende wreedheid tegenover de baarzen die als aas worden gebruikt; Nick's vervreemding van Marjorie, het gevoel 'dat er niets meer aan is', ook aan de liefde niet. Indien men zich dan herinnert dat deze jeugdepisodes van In our time gezien worden tegen de achtergrond van de eerste wereldoorlog en daarvan eigenlijk de contrasterende projecties zijn, dan weet men ook wat dit vissen voor Hemingway betekent: de manlijke bezigheid, waarbij geen plaats is voor vrouwen en waaraan een schuldbesef is verbonden dat alleen in een mystieke vereniging met de natuur kan worden gedragen. De jongen Nick maakt het uit met Marjorie en sindsdien is het bij Hemingway eigenlijk nooit meer goed 'aan' geraakt.
De oorlog heeft de zachtere gevoelens niet uitgebannen, maar ze onverenigbaar gemaakt met de fundamentele hardheid van
| |
| |
het leven, die dwangmatig in telkens andere vormen, vissen, jagen, stierevechten, wordt opgezocht. In The sun also rises wordt de oorlog rechtstreeks verantwoordelijk gesteld voor het onverwezenlijkbare van de liefde. De hoofdfiguur van dit boek is op een vitale plaats beschadigd en om de tragiek van deze handicap te verhogen wordt verder verondersteld dat emotioneel zijn verhouding met het meisje niets te wensen laat, afgezien dan van de onaangename omstandigheid dat zij hem wel met de hele wereld bedriegen moet. De positiviteit voor deze ontredderde, in Parijs levende Amerikanen is weer een vis-expeditie, nu in de bergstromen van de Pyreneeën, waar het leven zonder vrouwen opnieuw een voorbijgaande glans krijgt.
In de bundel korte verhalen Men without women draagt de afwezigheid van de vrouw dan ook een wezenlijk element tot de verschillende thema's bij. A farewell to arms brengt Marjorie, nu Catherine geheten, weer terug, maar zij heeft hier onpersoonlijke trekken. In haar zijn de emoties geconcentreerd van de frontsoldaat, wiens beschikbare liefde te heftig en te episodisch blijft om zich aan het werkelijke leven te toetsen. Zij is een droombeeld dat sterft als de oorlog vaarwel wordt gezegd.
Later verschijnt de vrouw bij Hemingway nog slechts in twee gedaanten: als een onpersoonlijk slavinnetje, dat een bijkomstig genoegen betekent bij sportieve en heldhaftige verrichtingen, of als een dodelijk gevaarlijk wezen dat men uit de weg moet blijven, omdat het het leven vergiftigt. For whom the bell tolls biedt een voorbeeld van het eerste soort. Across the river and into the trees, Hemingway's voorlaatste boek, mislukte juist door de tegenstelling tussen deze twee vrouwelijke mogelijkheden op de spits te drijven. Het Italiaanse gravinnetje werd tot iets absurds geïdealiseerd om de voormalige Amerikaanse vrouw van de hoofdpersoon des te volkomener te kunnen vernietigen.
In zijn laatste publikatie, The old man and the sea is de verwijdering van Marjorie, indertijd in Michigan begonnen, nog groter geworden. In dit verhaal, waarin opnieuw het thema van de visvangst wordt gehanteerd, is de vrouw geheel afwezig. Een oude Cubaanse visser, die er 84 dagen op uit is geweest zonder iets te vangen, krijgt tenslotte een enorme zwaardvis aan de haak die hij in een uitputtend, dagen vergend gevecht overmeestert.
| |
| |
De vis is te groot voor zijn bootje en daarom bindt hij hem langszij. Maar op de terugweg wordt zijn vangst door de haaien opgegeten en hij brengt tenslotte alleen een karkas thuis dat vijf en een halve meter lang blijkt te zijn.
Nu kan men menen dat de afwezigheid van een vrouwelijk personage in een dergelijk simpel verhaal niets opmerkelijks is. Dat een oude visser alleen leeft, behoort tot de natuur der dingen. Maar Hemingway zorgt er wel voor dat de lezer met de overpeinzingen en de dromen van deze visser wordt bekend gemaakt. En dat de vrouw dáárin geen rol speelt is een opvallend feit. 'Hij droomde niet meer van stormen, noch van vrouwen, noch van grote gebeurtenissen, noch van grote vissen, noch gevechten, noch krachtmetingen, noch van zijn vrouw', deelt de schrijver ons mede in een zinvolle volgorde. Zijn oude visser droomt alleen nog van 'plaatsen' en van de leeuwen die hij als jeugdig matroos heeft zien spelen op de kust van Afrika. Behalve het vissen zijn er twee dingen die hem bezighouden: de Amerikaanse baseball-competitie en die Afrikaanse leeuwen. Zijn tedere gevoelens zijn bestemd voor een vissersknaap die zijn hulpje was, maar die, sinds hij niets meer vangt, door zijn ouders op een gelukkiger boot is geplaatst. De jongen blijft hem echter liefhebben en respecteren, verzorgen en begrijpen. Men kan in hem een vrouwtje van het dociele type herkennen zoals hij in zijn vorige boeken nog toeliet, maar dat nu blijkbaar zelfs haar sekse is kwijtgeraakt.
Zo is het toneel ontruimd om plaats te bieden aan de essentiële levensfeiten, zoals Hemingway ze ziet: de worsteling van de mens met de natuur; de menselijke held, oud en uitgeput, maar zich nooit gewonnen gevend, die de strijd onder stoïcijns gedragen lijden wint tegen een held van de natuur, nobeler en machtiger dan hij, maar minder slim; en de winnaar wint tenslotte niets. Daarmee is opnieuw vorm gegeven aan Hemingway's simpele, moraliserende filosofie, zoals hij het in vroegere verhalen menigmaal zoveel scherper en beter had gedaan.
Van psychologische kenschetsing is bijna niets over. De oude man en de jongen zijn vage, humorloos geziene verschijningen. De quasi-diepzinnige overpeinzingen van de oude man suggereren te sterk dat wij hier met een projectie van de schrijver zelf te maken hebben, die zich weer eens het aureool van de in stilte
| |
| |
lijdende, maar eeuwig onversaagde Übermensch heeft aangemeten en intussen zijn verongelijkte polemiek tegen de vrouwen voortzet.
Ik bedoel deze kritische opmerkingen op het niveau van Hemingway's vroegere werk. Bekijkt men de novelle op zichzelf, dan heeft men met een prachtig verteld, spannend zee-verhaal te maken, dat de soort bekoring heeft die sommige episodes van de Kontiki-expeditie bezitten. De lezer is werkelijk alleen met de zee en de daarin levende dieren. Als verhaal van atmosfeer en activiteit geeft het blijk van een onverflauwd meesterschap, en na het in vele opzichten irritante Across the river betekent dit boekje een aanzienlijk herstel van niveau. Maar de grote vis die men van deze visser verwachtte is het niet.
|
|