foppen van een barbaar door een Grieks meisje. En voorzover het allemaal niet afdoende was, kwam Athene's eigen godin nog even te hulp.
Voor Goethe hield deze gang van zaken een ontluistering in van een personage, in wie hij in de eerste plaats een heldin van de deugd wilde zien. Zijn Iphigeneia was iemand die niet jokken kon. Zij moest dus de barbaarse koning Thoas met de waarheid te lijf. Nu was het verhaal bij Euripides al wel een beschavingsmythe, waarin de afschaffing van de mensenoffers in de Artemis-dienst werd geïllustreerd. Maar Goethe maakte er een ‘Bildungs-roman’ van waarin het Griekse meisje de barbaarse koning de menselijkheidsidealen van de 18de eeuw bijbrengt. En met maatstaven die in de bioscoop nog steeds worden gehanteerd bracht hij er ook een dramatiserend ‘love-interest’ in: Thoas is verliefd op Iphigeneia. Wat Goethe hem dan oplegt is niet gering. De arme koning moet niet alleen, bekeerd door Iphigeneia's Verlichtingsidealen, zijn mensenoffers prijsgeven en daarmee zijn godsdienstige overtuiging, maar ook de vrouw die hij bemint. En hij doet het, de brave man. Hij krijgt een handje en zegt: ‘Lebt wohl!’
Geen wonder dat Schiller die zijn romantische smaak stelde tegenover Goethe's classicistische idealen zijn collega hier, tot zijn vreugde trouwens, op een romantische lapsus meende te kunnen betrappen. Boven de Iphigeneia van Euripides stelde Schiller die van Goethe, waarin hij een resultaat zag van de ‘vooruitgang der zedelijke cultuur’ en van de ‘schonere humaniteit van onze nieuwere zeden’.
Het is een mening die meer dan anderhalve eeuw later nog maar door weinigen zal worden gedeeld. De personages van Goethe's drama (dat in zijn eerste proza-versie uit 1779 dateert, in zijn laatste, in jamben geschreven vorm, uit 1787) maken nu de indruk van onwerkelijke, geïdealiseerde gestalten: die van Euripides zijn nog steeds herkenbare mensen. Ook in dramatisch opzicht is het stuk uit de vijfde eeuw vóór Christus superieur aan dat van Goethe. De gevoelens, die bij Goethe zeker niet ontbreken, maar die bij hem heel hoog in de lucht zweven, zijn daar