ander. Maria's driestheid bij de ontmoeting zou dan ook veel sterker gewerkt hebben.
Schoot de voorstelling, ondanks de fraaie, ruimtelijk zo royale decors van Nicolaas Wijnberg en zijn fantasierijke kostuums, in praal en glans enigszins tekort, de vertolking van de hoofdrollen kan men zich moeilijk beter denken. Ellen Vogel was een waardige, gloedvolle en vooral heel gevoelige Maria. Tegenover haar was de Elizabeth van Ank van der Moer een indrukwekkende, ijskoude pop, waarin de restanten van menselijkheid die haar besturen - angst, aarzeling, machtsbegeerte - prachtig waren aangebracht.
Han Bentz van den Berg was een lafhartige, maar doortastende Leicester, Max Croiset een superieure, geslepen Burleigh, Julien Schoenaerts een gepassioneerde, ridderlijke Mortimer en Alex van Royen een nobele, zachtzinnige Shrewsbury.
De opmerkelijk natuurlijk klinkende vertaling was van Gerrit Kouwenaar.
(1964)