tot leven gekomen: de rijke koopman, de rechtvaardige sultan, de dappere krijgsman, het edele meisje en allen tegen een achtergrond van onmetelijke schatten, zowel aan goud en sieraden als aan wijsheden en kernachtige gezegden. De dichter heeft het een beetje al te bont gemaakt in zijn intrige, waarin te veel mensen aan het slot elkaars broer en zuster blijken te zijn. Zijn kennis van de Griekse tragici, die een voorkeur hadden voor dit soort van ‘herkenningen’, heeft hem hier waarschijnlijk parten gespeeld. Latere bewerkers voelden in elk geval meer voor een romantische lierdesaffaire tussen Rachel en de Tempelier, die daarom niet verwant mochten zijn. Hans Roduin die de Nederlandse bewerking voor Centrum heeft vervaardigd heeft hen hierin gevolgd. Met deze romantisering zijn verder een bekorting en een vereenvoudiging tot stand gebracht die zeker gerechtvaardigd zijn. Het vijfvoetige jambische vers heeft Roduin in zijn bewerking op bekwame wijze gehandhaafd.
Regisseur Vladek Sheybal heeft veel aandacht gegeven aan sfeer en achtergrond van deze in Jeruzalem spelende fabel. In de gemaskerde figuren die telkens tussen de scènes een soort van gedanste pantomimes uitvoerden werden haat en dreiging van de elkaar bestrijdende machten voelbaar gemaakt. De geheimzinnige sfeer werd verder gesuggereerd door het gecompliceerde, door trappen en hoogteverschillen gemarkeerde decor en de rijke exotische kostuums van Roger Chailloux en ten slotte door een klankdecor van muziek en versterkte natuurgeluiden dat op zichzelf al een sterke werking had.
In dit gunstige milieu is door een speelstijl die stilering combineerde met een maximale gevoelsinzet het archaïsche dicht bij het moderne gebracht. Guus Hermus heeft de nobele jood Nathan met humor gespeeld, licht, speels, objectiverend, zoals in een sprookje past, maar in de emotionele passages, zo direct, subjectief en met een wereld van ingehouden, maar ten volle aanwezig gevoel, dat er ademloos is geluisterd in een stilte die zeldzaam is in onze schouwburgen. In de ontroering die zich van het publiek meester maakte besefte men dat er hier niet meer geacteerd werd, maar dat er iets anders gebeurde. De grootste kunst