over Alceste een eerlijk oordeel moet geven vind ik altijd een hoogtepunt.
Het is duidelijk dat Aleste's mensenhaat die uit een passie voor eerlijkheid voortkomt gunstig afsteekt bij het geroddel uit afgunst en leedvermaak waarin Célimène en de markiezen uitmunten. Maar met dit alles zou toch De Misantroop een nogal primitieve komedie zijn gebleven, als Molière niet de meesterlijke gedachte had gehad om Alceste verliefd te laten zijn op het lichtzinnige roddelaarstertje Célimène en niet op de rechtschapen Eliante. Hij ziet wel dat het karakter van Célimène niet deugt en dat van Eliante wel, maar hij is nu eenmaal verliefd op Célimène. En hij moet dus wel aan de voeten liggen van wat hij veracht.
Met deze draai maakt Molière geloofwaardige mensen van zijn gestileerde en gechargeerde personages. Alceste is consequent tot in het krankzinnige, hij is de enige die het opvoedkundig vermaan dat men niet mag jokken au sérieux heeft genomen en hij verwerpt alle mensen die jokken behalve de kampioenjokster die hij niet kan weerstaan. Met dit levende element is tegelijkertijd de tragiek geïntroduceerd. Alceste wordt op een punt gebracht waarop hij moet kiezen tussen zijn liefde en zijn eer. En dan kiest hij de eer, de eenzaamheid in de woestijn, de enige plaats waar men nog een eerlijk man kan zijn.
De Misantroop is een van de aardigste, een van de beste komedies van Molière. De voorstelling onder regie van Ton Lutz had talrijke kwaliteiten. Toch kwam er niets groots, niets meeslepends, niets fascinerends uit tevoorschijn. Een volmaakt decor en mooie kostuums van Nicolaas Wijnberg, een voortreffelijke vertaling in verzen van L.Th. Lehmann (op enkele kleine ontsporingen na), goed spel vooral van Guus Hermus in de titelrol en toch waren er maar enkele momenten waarin de ‘werking’ van Molière merkbaar was. Er bleef verder een leegheid, een slapheid, een pudding-achtigheid, die ik, om nu ook maar eens eerlijk te zijn, niet goed kan verklaren.
Misschien was er een gebrek aan stilering in het spel, de contrastwerking te zwak, de kantjes te rond. Misschien was Ann