Met een souvereine minachting voor zijn eigen beproefde karakterkunst heeft Shakespeare de personages hol en conventioneel gelaten. De magiër Prospero, die vaak voor een zelfportret van de Bard wordt uitgekreten, is dan wel de zwaarst vermomde beeltenis die er van hem te vinden is. Want afgezien van de zotheid dat iemand die zoveel liever studeert dan regeert zich zo druk maakt om een hertogdom terug te krijgen waarvoor hij nooit aandacht had en het wereldse Milaan verkiest boven zijn Betoverd Eiland, is er ook verder weinig menselijks in deze tovenaar. Ik zie niets anders in hem dan een vertoner van een poppenkast, die men dan ook meer recht doet door met een kinderlijk plezier naar zijn toeren te gaan kijken dan door hem te bejegenen met een op diepzinnigheden afgestemd respect. Natuurlijk, er zijn de bekende citaten, dat wij zulke ‘stuff’ zijn ‘as dreams are made on’ en er is Prospero's afzwering van zijn magie, zijn aankondiging dat hij zijn toverstaf zal begraven en zijn boek verdrinken, waarin men een toespeling op Shakespeare's eigen aftocht naar Stratford heeft menen te vinden.
Van meer belang is, lijkt mij, dat The Tempest een résumé van een aantal Shakespeare-motieven inhoudt: de usurpatie uit machtsbegeerte die zo vaak bij hem optreedt en die in Macbeth haar puurste verbeelding heeft gevonden keert hier in een blijspeltoonaard terug, evenals het grondmotief uit Romeo and Juliet van de liefde tussen kinderen van vijanden. De onstuitbare babbelzucht die Polonius kenmerkt is hier in de hoveling Gonzalo gevaren. Kortom, in The Tempest heeft Shakespeare inderdaad een toverdoos opengedaan, waaruit behalve allerlei trucs en grappen ook enige van zijn ernstige motieven te voor schijn komen, maar nu, ontdaan van alle vlees en bloed, tot precies zulke blikken mechaniekjes geworden als zijn andere instrumenten.
Zijn enige bedoeling, zoals hij Prospero in de epiloog laat zeggen, was ‘to please’, te behagen, te vermaken. Laseur heeft zijn regie terecht voornamelijk op die bedoeling gericht. Daarom was Albert van Dalsum voor de rol van Prospero (hoezeer de in deze uitnodiging voor een gastrol opgesloten hommage