leven wordt verduisterd. Leontes wil zijn jeugdvriend laten vermoorden, zijn vrouw werpt hij in de gevangenis en het dochtertje dat daar geboren wordt en dat hij als een vrucht van haar vermeend overspel beschouwt laat hij te vondeling leggen op een barre kust.
Intussen onthult het orakel van Delphi de onschuld van de koningin, maar deze sterft als zij van de dood van haar zoontje hoort. De tijd die voortgaat brengt ook weer een nieuw voorjaar. Leontes' dochtertje dat ‘Perdita’ (de verlorene) was genoemd is door herders gevonden. Zestien jaar later is zij het mooiste meisje op het pastorale lentefeest in Bohemen. Prins Florizel van Bohemen wil met haar trouwen en het droevige sprookje krijgt een blij einde. Koning Leontes heeft zo lang getreurd en boete gedaan dat hij zijn gestorven Hermione terugkrijgt. Zij was blijkbaar niet dood. Er is één ding, zegt Shakespeare in zijn sprookjestrant, dat sterker is dan de tijd: ‘grace’, genade, liefde, berouw, afzien van wraak. De man die bij het kerkhof woont komt daar onvermijdelijk terecht en de bloemen groeien uit zijn graf, maar in die wedergeboorte is de tijd uitgeschakeld.
Dat is in het kort het Winteravondsprookje, een blij eindigend treurspel, waarin het treurige en het blije, het sprookjesachtige, het wrede en het zoetelijke als het ware onder een stolp zijn gezet. Shakespeare gaat in deze laatste romantische komedies, waarvan dit er één is, niet meer rechtstreeks te werk, zoals in de grote tragedies, maar hij houdt zijn stof op een afstand, hij jongleert ermee, hij behandelt alles met reserve en ironie.
Het spelen van een stuk als The Winter's Tale biedt daardoor grote moeilijkheden. Het tragische en het komische staan hier in een andere toonaard dan in de vroegere stukken. Het verhaal moet serieus verteld worden en toch moet ook de speelse afzijdigheid van de behandeling in het spel doordringen. Dit alles leek mij in de regie van Peter Wood uitstekend geslaagd. De decors van Hutchinson Scott waren praktisch en sfeervol. Ik vond alleen het te vondeling leggen van Perdita op een toren, die later op het pastorale feest een bruikbaar en zinvol ding was,