psychologische betekenissen die deze stukken hun geheimzinnigheid geeft. Men is in een toverwereld waarin alles behekst is, maar waarin ook de verwachting gewekt wordt dat alles in orde komt. Shakespeare laat in deze stukken alle trucs, alle maskerades, alle tragische mechanismen nog eens zien, kort, karikaturaal, hevig sentimenteel en hij blaast ze weg. Maar wat men overhoudt, meer dan bij de grote tragedies, is een gevoel van beklemming.
Gemeenschappelijk thema in deze stukken is een aan King Lear verwant element: de vader (of de ouders) vervreemden in een merkwaardige verblinding hun kinderen van zich, terwijl zij hun liefde juist nodig hebben. Koning Kimbelijn verbant de man met wie zijn dochter Imogeen tegen zijn zin getrouwd is, omdat hij, geleid door zijn boosaardige tweede vrouw, de dochter wil dwingen tot een huwelijk met de zoon van die koningin. Imogeen echter is, net als Cordelia, een toonbeeld van trouw en oprechtheid. Om die trouw te laten zien heeft Shakespeare een tweede intrige ingelast die hij rechtstreeks aan een novelle van Boccaccio heeft ontleend: de weddenschap onder vrienden om de trouw van een echtgenote. De vriend slaagt niet in het verleiden van de vrouw, maar wel in het misleiden van de man, Posthumus Leonatus, die evenals Othello, evenals Leontes (uit Winteravondsprookje) de absolute consequenties trekt uit zijn jaloezie. Het drama, voorzover er een drama is, werd door Shakespeare geconstrueerd vanuit twee gezichtspunten, dat van de vader en dat van de man, beiden verblind, beiden gestort in een heftige agressie tegen Imogeen, het ideaalbeeld van de vrouw.
Dan komen de bravoure-stukjes: de poëzie, de melodramatische trucs: travesti, schijndood, een verlicht-heidens begrafenis-ritueel, een Julia-in-de-grafkelder-scène met een lijk zonder hoofd in de kleren van de geliefde, spookverschijningen, tussenkomst van Jupiter, veldslag tussen Romeinen en Britanniërs, gevolgd door een massaal herkennings- en verzoeningstafereel.
Als toneelstuk is er een overdaad in Cymbeline waardoor de verschillende elementen elkaar in de weg zitten, een teveel aan hokuspokus, een teveel aan roekeloze nonchalance inde manipu-