acht. Dat het klassebewustzijn dat hem met de andere patriciërs verbindt bij hem aanstotelijke proporties aanneemt, wordt niet veroorzaakt door een gebrek aan edelmoedigheid, maar door een gebrek aan aandacht. Hij geeft bevel een arme krijgsgevangene die hem vroeger gastvrijheid heeft betoond vrij te laten, maar het bevel kan niet worden uitgevoerd omdat hij 's mans naam vergeten is.
Schrijvers over Coriolanus hebben gemeend, naar gelang van hun eigen voorkeur, in dit stuk Shakespeare's partijdigheid ten opzichte van democratie of aristocratie te kunnen vaststellen. Bekijkt men het zonder vooroordeel, dan vindt men een koele, cynische analyse van een politieke strijd waarin zowel het plebs als het patriciaat dom en kortzichtig handelt. De sympathiekste patriciër, Coriolanus' vaderlijke vriend Menenius, zit vol winderige praatjes en gladde eigenwaan. De volkstribunen Sicinius en Junius Brutus, die de vrijheid verdedigen tegen dictatoriale aspiraties, zijn zowel demagogen als lafaards.
Het jonge Rome dat hier als politiek lichaam wordt getoond in innerlijke tweedracht en oorlog met zijn buren is de met koele weerzin geschetste achtergrond voor de karakterstudie van een militair die op zichzelf staat en in zijn militaire mentaliteit is verstrikt. Niet om een of ander politiek inzicht, maar om dat karakter en zijn tragiek was het Shakespeare begonnen. Hoe sterk Coriolanus ook gebonden is aan zijn moeder, de militante matrone Volumnia en aan Virgilia, zijn vrouw die niets dan liefde en bezorgdheid is, als een aan de oorlog gewijde staat hij alleen en moet hij ook als overwinnaar, als banneling en als uitgestoten verrader zijn lot alleen dragen. Hij noemt zichzelf een eenzame draak en in deze combinatie van afschuwelijkheid en alleenstaan ligt de grootheid van zijn tragedie.
Het is een moeilijk stuk om te spelen vooral door de rumoerige volksmassa's en de woelige krijgsverrichtingen. Op het toneel zijn dit soort scènes altijd een beetje belachelijk. Wanordelijkheden op het toneel maken altijd een gedisciplineerde indruk en oorlog onderscheidt zich nooit afdoende van soldaatjespelen. Alleen de film kan in dit soort scènes een werkelijkheids-