nemen, uitstekend te boven gekomen. Ofschoon nog niet in alle details ontwikkeld heeft de Falstaff van Diels toch die grote komische allure gekregen die de rol toekomt. De andere spelers waren niet steeds met diezelfde trefzekerheid tot het wezen van de uitgebeelde karakters doorgedrongen. De regie van de Engelsman Michael Croft was gelukkiger in de enscènering van gevechten en legerbewegingen dan in de hantering van personages en tekst.
King Henry the Fourth is een in een historisch kader gearrangeerd spel met de idee van het gezag. Koning Hendrik is de usurpator die zijn voorganger, de wettige koning Richard II ter dood heeft laten brengen en die zich in strijd met de legitimiteit van de koningsmacht heeft meester gemaakt. Hij is een ambitieus politicus uit de macchiavellistische school die zijn leven lang bezig is om zijn macht om te zetten in gezag. Hij zit nooit rustig op zijn troon. Zelf een rebel wordt hij voortdurend door rebellie bedreigd. De voornaamste van zijn rebellerende vazallen is de jonge Henry Percy, bijgenaamd Hotspur, een vurige, heetgebakerde militair die het toonbeeld is van ouderwetse ridderdeugd.
Hendriks zoon, de jonge Harry, ook wel prins Hal genoemd, is als een extra beproeving voor zijn vader een nietsnut en een losbol die zijn tijd met allerlei twijfelachtige kornuiten in kroegen verdoet. De voornaamste van deze kornuiten is Sir John Falstaff, een verarmde ridder en levensgenieter, die de volmaakte belichaming is van het anti-gezag. Terwijl de koning eronder lijdt dat zijn zoon geen plichtsgetrouw militair is zoals Hotspur, is hij in werkelijkheid veel meer waard. Prins Hal combineert de macchiavellistische geslepenheid van zijn vader met de ridderlijkheid van Hotspur en de nihilistische inzichten van Falstaff. Hij kan dan ook later als Hendrik V een legitiem gezag opbouwen en na de verstoting van Falstaff en diens anti-gezag als een modelvorst de geschiedenis ingaan.
Het aardige van het stuk Hendrik IV is dat de polen waartussen prins Hal zich beweegt, Hotspur en Falstaff, beiden de gave van het woord hebben - zij spreken, de een in verzen, de ander in proza, onstuitbaar en in een verbluffend beeldend idi-