van uit een gangbaar 16de-eeuws antisemitisme. Dat is m.i. onbetwistbaar. Er komen echter enige complicaties bij die men ook niet kan uitvlakken.
Eerste complicatie: Shakespeare heeft een paar psychologische toetsen aangebracht, waardoor Shylock ‘verklaard’ wordt als rancunefiguur. Hij is weliswaar een lachwekkende vreemdeling die tot voldoening van het Elizabethaanse publiek de kous op de kop krijgt, maar hij is ook lichtvaardig vernederd en bespot. Hij is, hoezeer ook buiten de spelregels van de Venetiaanse aristocratie, een mens met menselijke gevoeligheden. De haat die hij koestert reflecteert de haat die hij onderging. De genade en de grootmoedigheid die men vergeefs van hem verlangt zijn hem ook nooit betoond.
Tweede complicatie: In de 19de eeuw is Shylock in handen gevallen van de grote, romantische acteurs, die zijn geval centraal hebben gemaakt. De Koopman van Venetië werd een tragedie: het vijfde bedrijf, waarin Shylock niet meer voorkomt, werd weggelaten. De herinnering aan de vervaarlijke Shylock van b.v. Louis Bouwmeester is nog steeds met zijn gestalte verbonden.
Derde complicatie: het religieuze en commerciële antisemitisme uit Shakespeare's tijd is intussen vervangen door een veel ingrijpender variant van het verschijnsel, nl. de rassenhaat. De recente jodenvervolgingen en - uitroeiingen hebben het onderwerp zo pijnlijk gemaakt dat men een ronduit antipathieke Shylock (die antipathiek bedoeld is) zoveel mogelijk is gaan vermijden.
Een en ander heeft gemaakt dat Shylock anno 1959 een hybridisch monster is geworden, een chimaera die evenals dat homerische beest de kop van een leeuw combineert met het lijf van een geit en de staart van een draak. In de 19de eeuw was hij bijna helemaal draak en tegenwoordig bijna helemaal geit.
Zo heeft Paul Steenbergen hem gisteravond dan ook gespeeld: geitachtig, anders gezegd: menselijk. Voorzichtig, om geen aanstoot te geven, voorzichtig, om niet te overheersen in het blijspel, gevoelig toch, met een voortdurend appèl aan de compassie. Een mooie, genuanceerde Shylock dus, maar een die niet goed