derbaarlijke vergiften die een schijndood bewerkstelligen, de grafkelder met knekels, de toevalligheden die het noodlot dienen. (Het schema van deze intrige is al in Ovidius' romance van Pyramus en Thisbe te vinden). Niet alleen omdat het noodlot, als het actief wordt, ook in de werkelijkheid over rare toevalligheden blijkt te beschikken, maar ook omdat Shakespeare's menskundig genie meer dan in de hoofdpersonen werkzaam is in de bijfiguren die de idylle omzetten in een tragedie. Deze bijfiguren hebben een dubbele functie. Zij contrasteren in hun halfheid en hun corruptheid met de ‘zuivere’ geliefden en zij vullen de idyllische liefde in met hun noodlottige realiteiten.
De charmante sonnetten die het paar elkaar op het gemaskerd bal toeprevelt, de lyrische dialoog die beroemd geworden is als de ‘balkon-scène’, de zuchten en de bloemen onder de maan van Verona - dit alles vormt slechts één helft van de waarheid. De andere helft is de zwoelheid, de vijandschap en het geweld, de ophitsing van meiden, verwanten en bedienden die het explosieve materiaal aandragen.
De toneelgroep Puck, die zich het gezelschap noemt ‘van en voor jonge mensen’, heeft van deze tragedie der jeugdliefde een voorstelling gegeven die vooral trof door de frisheid en de jeugdigheid die zo goed bij dit stuk passen. Met alle waardering voor die frisse ongereptheid van het liefdespaar moet men het toch betreuren dat de troebelheid van de wereld der ‘anderen’ te weinig in reliëf was gebracht. De onbezonnen voortvarendheid van Julia's vader (overigens met humor gespeeld door Dick Scheffer), de liefdeloze hardheid van haar moeder (nogal stijfjes van Elly Venema), de verlekkerde valsheid van de voedster (wel vlot, maar te vlak van Sepha Dierikx) en de bangelijkheid van haar biechtvader (met waardigheid gespeeld door Egbert van Paridon), dit alles had te weinig menselijke substantie, was te licht.
Ook de zwoele, zuidelijke atmosfeer van deze Veronese tragedie, de broeierige hitte waarin het bloed koortsig is en de straatgevechten vanzelf ontbranden, was nergens gesuggereerd in een voorstelling die een verdienstelijk tempo had, maar te weinig contrastwerking.