van een grote oorlog door een kleine aanleiding. Maar waar Shakespeare bij monde van Hamlet twijfelt aan alle waardebepalingen, daar heeft Euripides duidelijk gekozen tegen de eer, tegen de wraak, tegen de roem, maar vóór de rede en vóór humane beslissingen. In De Vrouwen van Troja, dat met een indrukwekkende soberheid vertaald is door Evert Straat, bestaat zijn betoog vooral uit een demonstratie van lijden. Hecuba (of Hekabe, zoals zij hier heet), de voormalige koningin, is het treurende middelpunt van alle gekwelde Trojaanse vrouwen.
Haar dochter Kassandra wordt de slavin van Agamemnoon, haar dochter Polyxena is geofferd op het graf van Achilles. Ook haar schoondochter Andromache en zij zelf worden slavinnen van Griekse helden, maar Astyanax, het zoontje van haar zoon Hektor, wordt vermoord. Dit alles vormt een tamelijk eentonige opeenhoping van leed, waarover veel geweeklaagd wordt door de koningin, haar verwanten en het koor van Trojaanse vrouwen. Er is even een onderbreking door een woordenstrijd tussen Helena en Hekabe over de schuld aan dit alles. Helena beroept zich op de overlevering waardoor de twistende godinnen de verantwoordelijkheid krijgen evenals Paris die zijn oordeel moest geven, maar ook Hekabe zelf die Paris het leven had geschonken. Hekabe echter bestrijdt deze redenering met een sceptische en psychologische constructie die Helena met de schuld belast.
Afgezien van die krachtmeting in het redeneren, een soort wedstrijd die in vele Griekse tragedies voorkomt, kan men de Troades moeilijk anders zien dan als het genre toneelstuk dat men later ‘melodrama’ genoemd heeft. Er is geen tragisch conflict, er is alleen maar leed, gedetailleerd lijden en reactie op lijden en daarbij een beroep op het medelijden van de toeschouwer. Ik geloof dat de ware toeschouwer voor dit soort treurspel, de toeschouwer die zijn tranen de vrije loop zou laten of, zoals het koor, zich op de borst zou slaan of op de grond zou beuken, niet meer bestaat. Er zou geweend moeten worden in onze schouwburgen, maar dat gebeurt heel weinig en bij deze klassieke stortvloed van leed waarschijnlijk helemaal niet.