barbaarse wraakzuchtigheid. Het stuk valt ook eigenlijk uiteen in twee delen: het eerste is primitief, verhalend, het laat zien wat er met Aias gebeurt en hoe hij aan zijn eind komt; het tweede is dramatisch, de ‘agoon’, de argumentatie-strijd over de begrafenis, een conflict dat met redevoeringen en dialogen wordt uitgevochten. De uitslag houdt tevens de rehabilitatie in van de held, die zich in het eerste deel als een zwakke dwaas had onteerd.
Evenals met zijn Antigone-vertaling heeft Bertus van Lier de tekst letterlijk weergegeven, waarbij hij ook het metrum van het origineel heeft gevolgd. Zijn bedoeling was om de in de lengte der lettergrepen en de daaruit ontstaande zinsmelodie vervatte emotie rechtstreeks uit het Grieks op de hedendaagse toehoorder over te brengen.
Natuurlijk houdt deze methode ten nauwste verband met zijn muzikale ondersteuning van de lyrische hoogtepunten (vooral bij de reien, maar ook elders), die voor deze componist ongetwijfeld het uitgangspunt van zijn vertaalmethode is geweest. Voor mijn lekenoren waren vooral de elegische gedeelten van deze muziek, die (evenals de basis van de vertaling) van ruim twintig jaar geleden dateert, bijzonder indrukwekkend.
Er is uiteraard ook een andere interpretatie denkbaar. Men kan de Griekse verzen overzetten in een modern Nederlands equivalent, hetzij in een heffingsvers, hetzij in ritmisch proza, dat de emoties koppelt aan de betekenissen en de daarvoor door het taalgebruik beschikbare vorm. Van Lier heeft echter deze ‘literaire’ weg niet willen begaan, omdat hij meent dat de ritmen van de Griekse tekst een duurzaam voertuig vormen voor de vereiste gevoelswaarden.
Zijn bedoelingen worden het duidelijkst als men niet alleen de voorstelling ziet en hoort, maar zijn ongewoon knappe tekst vooraf gelezen heeft. De voorstelling immers gaf niet steeds de gelegenheid de zin van de gecompliceerd klinkende of moeilijk verstaanbare woorden precies te volgen. Het is moeilijk te beoordelen of de spelers hier in gebreke moeten worden gesteld of dat zij hier voor een te zware taak stonden. In elk geval kan men zeggen dat er verschrikkelijk veel van hen werd geëist, om-