Brieven aan zijn broeder. Deel 1
(1914)–Vincent van Gogh– Auteursrecht onbekend
[pagina 9]
| |
Londen
| |
9Waarde Theo, Londen 13 Juni 1873. Mijn adres is: care of Messrs Goupil & Co. 17 Southampton Street, Strand, London. Je zult wel verlangen om wat van mij te hooren, en ik wil je dus niet langer op een brief laten wachten. Van huis hoorde ik dat je tegenwoordig bij den Heer Schmidt in huis zijt en dat Pa bij je is geweest. Ik hoop van harte dat dit je beter zal bevallen dan je vorige kosthuis en twijfel daar ook niet aan. S chrijf mij eens spoedig, ik verlang daar zeer naar en vertel mij e ens hoe je nu je dag doorbrengt, etc. Schrijf mij ook vooral eens wat je al zoo voor schilderijen gezien hebt in den laatsten tijd, en ook of er wat nieuws in etsen of lithographieën is uitgekomen. Je moet mij daar maar goed van | |
[pagina 10]
| |
op de hoogte houden, want in dat genre zie ik hier niet veel, daar de zaak hier alleen magazijn is. Het gaat mij, de omstandigheden in aanmerking genomen, zeer goed. Ik heb een kosthuis gekregen waar het mij voorloopig zeer goed bevalt. Er zijn nog 3 Duitschers in huis, die veel van muziek houden en zelf piano spelen en zingen, wat de avonden heel gezellig maakt. Ik heb het hier niet zoo druk als in den Haag, daar ik maar van 's morgens 9 tot 's avonds 6 uur in de zaak behoef te zijn en Zaterdags reeds om 4 uur gedaan heb. Ik woon in eene der voorsteden van Londen, waar het betrekkelijk stil is. Het heeft wel iets van Tilburg of zoo. Te Parijs had ik zeer prettige dagen, en heb zooals je denken kunt veel genoten van al het moois, dat ik op de tentoonstelling en in de Louvre en Luxembourg gezien heb. De zaak te Parijs is prachtig en veel grooter dan ik mij had voorgesteld, vooral de Place de l'Opéra.Ga naar voetnoot*). Het is hier zeer duur leven, in mijn kosthuis verwoon ik 18 shilling per week, behalve de wasch en ik moet dan nog in de stad eten. L.l. Zondag ben ik met Mr. Obach, mijn chef, naar buiten geweest, naar Boxhill, dat is een hooge heuvel (zoowat 6 uur van L.) gedeeltelijk krijt en begroeid met palm, en aan de eene zijde een bosch van hooge eikeboomen. Het land is hier prachtig mooi, heel iets anders dan Holland of België. Overal ziet men prachtige parken met hooge boomen en heesters. Men mag daar in wandelen. Met de Pinksterdagen heb ik ook een mooie toer gemaakt met die Duitschers, maar die heeren verteeren zeer veel geld en in het vervolg zal ik niet meer met hen uitgaan. Het deed me genoegen van Pa te hooren, dat het met Oom H. redelijk gaat. Wil hem en Tante hartelijk van mij groeten en het een en ander van mij vertellen. Zeg ook den Heer Schmidt en Eduard van mij goedendag en schrijf mij eens spoedig. Adieu, heb het goed. Vincent. | |
[pagina 11]
| |
10Waarde Theo, Londen 20 Juli 1873. Dank voor je brief, die mij veel genoegen deed. Ik ben blij dat het je goed gaat en 't je bij Mr. Schmidt aan huis bevallen blijft. Mr. Obach had met plezier kennis met je gemaakt. Ik hoop dat wij in 't vervolg veel zaken met jelui zullen doen. Dat schilderij van Linder is zeer mooi. Wat de photogravures betreft, ik weet wel zoowat hoe zij gemaakt worden, maar heb het niet gezien en 't is mij niet helder genoeg om het uit te leggen. De Engelsche kunst trok mij in 't begin niet erg aan, men moet er aan wennen. Er zijn echter knappe schilders hier, o.a. Millais, die the Huguenot, Ophelia, etc. heeft gemaakt, waarvan je de gravures wel zult kennen, dat is zeer mooi. Dan Boughton van wien je de ‘Puritains allant à l'église’ in onze Galerie photographique kent, van hem heb ik zeer mooie zaken gezien. Verder onder de oude schilders, Constable, dat is een landschapschilder die een jaar of 30 geleden leefde, dat is prachtig, het heeft iets van Diaz en Daubigny; en Reynolds en Gainsborough, die vooral zeer mooie vrouwenportretten hebben geschilderd en dan Turner naar wien je wel gravures zult gezien hebben. Er wonen enkele goede Fransche schilders hier o.a. Tissot naar wien verscheidene photographieën in onze Galerie photographique zijn; Otto Weber en Heilbuth. De laatste maakt tegenwoordig juweelig mooie schilderijen in den trant van dat van Linder. Gij moet mij bij gelegenheid eens schrijven of er photographieën naar Wauters zijn, behalve Hugo v.d. Goes en Maria van Bourgondië, en of je ook photographiëën kent naar schilderijen van Lagye en de Braekeleer. Dat is niet de oude Braekeleer, dienik bedoel, maarik geloof een zoon van hem, die op de laatste tentoonstelling te Brussel 3 prachtige schilderijen had, getiteld Anvers, l'Ecole, en l'Atlas. Het gaat mij hier goed, ik wandel veel, het is hier waar ik woon een stille, gezellige en frissche buurt, ik heb dat wezenlijk goed getroffen. Toch denk ik wel eens met weemoed aan de heerlijke Zondagen te Scheveningen en zoo voorts, maar daarom niet getreurd. Dank voor wat je mij van schilderijen geschreven hebt. Als je ooit iets ziet van Lagye, de Braekeleer, Wauters, Maris, Tissot, George Saal, Jundt, Ziem, Mauve, moet je mij dat vooral schrijven, | |
[pagina 12]
| |
dat zijn schilders waarvan ik veel houd, en van wie je waarschijnlijk wel eens iets zien zult. Hierbij een copie van dat vers van dien bewusten schilder, ‘die trad in de Zwaen, de herberg waar hij besteed was’ dat je je wel herinneren zult.Ga naar voetnoot*) Dat is echt Brabant en ik houd er zooveel van; L. schreef het voor me over den laatsten avond dat ik te huis was. Wat zou ik je graag eens hier hebben, wat hebben wij te 's Hage prettige dagen samen gehad, ik denk nog zoo dikwijls aan die wandeling op den Rijswijkschen weg, waar wij aan den molen, na den regen, melk gedronken hebben. Als de schilderijen die wij van jelui hebben, teruggaan, stuur ik je een portret van dien molen door Weissenbruch, je herinnert je misschien wel, de vrolijke Weiss is zijn bijnaam, ‘prrrachtig zal ik maar eens zeggen’. - Die Rijswijksche weg heeft voor mij herinneringen, die misschien de heerlijkste zijn die ik heb. Als wij elkaar eens spreken, hebben wij het daar misschien nog wel eens over. En nu kerel, heb het goed, denk van tijd tot tijd eens aan mij en schrijf mij eens spoedig, het is zoo'n verkwikking voor mij als ik een brief krijg. Vincent. | |
11Waarde Theo, Londen 13 Sept. 1873. Aan Oom Hein schrijvend sluit ik nog een woordje voor je in. Zeer nieuwsgierig ben ik of je op Moe's verjaardag naar Helvoirt geweest zijt, en hoe je het daar gehad hebt. Heb je mijn brief gekregen, en de litho naar Weissenbruch, die ik in de kist schilderijen gedaan heb? O kerel, ik zou je zoo graag eens hier hebben, om mijn nieuwe woning, waarvan je zeker gehoord zult hebben, te zien. Ik heb nu een kamer zooals ik zoo lang gewenscht heb, zonder schuine balken en zonder blauw behangsel met groenen rand. Het is een zeer vermakelijk huishouden waar ik nu ben, waar men eene school voor ‘little boys’ houdt. Eenigen tijd geleden ben ik op een Zaterdag met 2 Engelschen uit roeien geweest op den Theems. Dat was prachtig mooi. Gisteren heb ik een tentoonstelling van Belgische schilderijen | |
[pagina 13]
| |
gezien, waaronder verscheiden oude bekenden van de laatste Brusselsche tentoonstelling. Daar waren verscheiden mooie zaken van Alb. en Julien de Vriendt, Cluysenaer, Wauters, Coosemans, Gabriël, de Schampheleer, etc. Heb je ooit iets gezien van Terlinde, zoo ja schrijf mij dat dan eens. Het was een ware verkwikking die Belgische schilderijen te zien, de Engelsche zijn met enkele uitzonderingen zeer naar en dun. - Ik heb er eenigen tijd geleden een gezien, waarop een soort visch of draak van zegge 6 el lang. - Dat was ijselijk. En dan een klein mannetje dat het voornoemde gedierte ging doodmaken. En dit alles stelde geloof ik ‘de Aartsengel Michaël, den Satan doodende’ voor. à Dieu kerel, heb het goed en schrijf eens spoedig. Vincent.
Een ander Engelsch schilderij is ‘de duivel varende in de kudde zwijnen aan het meer Gardarena’. Dat stelde voor ongeveer 50 zwarte varkens en biggen, die holderdebolder van een berg af komen loopen, en over elkander heen in de zee rollen. Dat was echter een zeer knap schilderij van Prinsep. Zoo even ontvang ik je brief. Dat zal eene heele verandering voor je zijn, nu je naar 's Hage gaat. Ik wed het je veel zal kosten om van het mooie gezellige Brussel afscheid te nemen, maar in den Haag zal het je ook goed gaan. Dank voor wat je mij van de schilderijen schreef. Dat schilderij van Millet moet rijk geweest zijn. à Dieu, ik schrijf je spoedig weer. V. | |
12Waarde Theo, Londen 19 Nov. 1873. Ik wil zorgen dat je spoedig na je aankomst te 's Hage wat van mij hoort. Ik ben verlangend om te hooren, wat je eerste indruk van je nieuwe betrekking en woning is. 'k Hoorde dat je zoo'n mooi souvenir van Mr. Schmidt gekregen hebt. Dat bewijst wel dat je het opperbest gemaakt hebt. Ik ben blij dat we nu beiden in dezelfde zaak zijn. In den laatsten tijd hebben we hier nog al schilderijen en teekeningen gehad, en er flink van verkocht, maar toch zijn we er nog lang niet, het moet iets meer degelijks en blijvends en solide worden. | |
[pagina 14]
| |
Ik geloof er hier in Engeland nog veel veel te doen is, maar 't zal niet op eens gaan, en natuurlijk is het allereerst noodig dat we goede schilderijen etc. hebben en dat zal een toer zijn. Enfin we moeten maar zien hoe 't gaat, en roeien met de riemen die wij hebben. Hoe gaan de nouveautés in Holland? Hier is met de gewone gravures naar Brochart, etc. letterlijk bijna niets te doen. Van de goede burin gravures verkoopen we nog al goed, wij hebben o.a. van de Venus Anadyomene naar Ingres reeds plus minus 20 épreuves d'artiste verkocht. Maar het is een lust om te zien hoe de photographieën verkocht worden, vooral gekleurd en daar is een mooie verdienste op. De photo's Musée Goupil & Co. verkoopen we alleen en papillottes, door elkander gerekend plus minus 100 per dag. Mij dunkt je zult het prettig werken vinden in de zaak te 's Hage, als je wat gewend zult zijn. Ik twijfel niet of je tehuis bij Roos zal je ook wel bevallen. Je moet maar veel wandelen als je tijd kunt vinden. Zeg hen bij Roos allen hartelijk voor mij goedendag. Je moet mij eens schrijven van welke schilders je het meeste houdt, zoowel van de oude als van de nieuwe, dat moet je bepaald doen, ik ben nieuwsgierig dat te hooren. Je moet maar dikwijls naar 't museum gaan, het is goed dat je ook de oude schilders kent, en als je gelegenheid hebt, lees dan over kunst en lees vooral ook de tijdschriften over kunst, Gazette des Beaux-Arts, etc. Als er gelegenheid is stuur ik je een boek van Burger over de museums van den Haag en Amsterdam, als je het uit hebt zal er wel eens gelegenheid zijn het mij terug te sturen. Vraag Iterson eens om mij te schrijven als hij een oogenblikje tijd heeft, en vooral mij een lijstje te sturen van de schilders, die op de Parijsche tentoonstelling bekroond zijn. Is Somerwil nog in de zaak, of is die vertrokken nu jij komt? Het gaat mij hier all right, ik heb een prettig tehuis en al is de zaak niet zoo opwekkend als die in den Haag, 't is misschien goed dat ik hier ben, en vooral later als de handel in schilderijen wat importanter wordt, zal ik misschien van nut kunnen zijn. En dan, ik kan je niet zeggen hoe interessant het is om Londen te zien en den handel en de levensmanier hier, die zoo heel anders is dan bij. ons. | |
[pagina 15]
| |
Je zult prettige dagen gehad hebben tehuis, wat zou ik allen ook graag eens weerzien. Zeg allen die naar mij vragen goedendag, vooral bij Tersteeg, Hanebeek, Tante Fie, v. Stockum, Roos, en vertel Betsy Tersteeg wat van mij, als ze eens beneden komt. En nu kerel het ga je goed, schrijf mij spoedig. Vincent.
Heb je mijn kamer bij Roos, of die waar jij geslapen hebt verleden zomer? | |
13Waarde Theo, Londen Januari 1874. Dank voor je schrijven. Van harte wensch ik je een heel goed Nieuwjaar toe. Ik weet dat het je in de zaak goed gaat, want dat hoorde ik van den heer Tersteeg. Uit je brief zag ik, dat je hart hebt voor kunst en dat is een goed ding kerel. Ik ben blij je van Millet, Jacque, Schreyer, Lambinet, Frans Hals, etc. houdt, want zooals Mauve zegt: ‘dat is het’. Ja dat schilderij van Millet ‘L'Angélus du soir’ ‘dat is het’, dat is rijk, dat is poëzie. - Wat zou ik graag nog eens met je over kunst spreken, maar nu moeten we er elkaar maar dikwijls over schrijven; vind maar mooi zooveel je kunt, de meesten vinden niet genoeg mooi. Ik schrijf hieronder enkele namen van schilders van wie ik bizonder veel houd. Scheffer, Delaroche, Hébert, Hamon, Leys, Tissot, Lagye, Boughton, Millais, Thys Maris, de Groux, de Braekeleer Jr., Millet, Jules Breton, Feyen-Perrin, Eugène Feyen, Brion, Jundt, George Saal, Israëls, Anker, Knaus, Vautier, Jourdan, Compte-Calix, Rochussen, Meissonier, Madrazzo, Ziem, Boudin, Gérôme, Fromentin. Decamps, Bonington, Diaz, Th. Rousseau, Troyon, Dupré, Corot, Paul Huet, Jacque, Otto Weber, Daubigny, Bernier, Emile Breton, Chenu, César de Cock, Mlle Collart, Bodmer, Koekkoek, Schelfhout, Weissenbruch en last not least Maris en Mauve. Maar ik zou zoo door kunnen gaan, ik weet niet hoe lang, en dan komen al de ouden nog, en ik ben zeker ik verscheiden van de beste nieuwen heb overgeslagen. | |
[pagina 16]
| |
Blijf maar altijd veel wandelen en veel van de natuur houden, want dat is de ware manier om de kunst meer en meer te leeren begrijpen. De schilders begrijpen de natuur en hebben ze lief, en leeren ons zien. En dan, er zijn schilders, die niets dan goeds maken, die niets slechts kunnen maken, even als er ook gewone menschen zijn, die niets kunnen doen of het is goed. Mij gaat het hier goed, ik heb een heerlijk tehuis en het is mij een groot genot Londen en de Engelsche levensmanier en de Engelschen zelf te bekijken, en dan heb ik de natuur en de kunst en de poëzie, en als dat nog niet genoeg is, wat zal dan genoeg zijn? Toch vergeet ik Holland en vooral den Haag en Brabant niet. In de zaak hebben wij het druk, wij zijn aan den inventaris bezig, die echter in 5 dagen opgemaakt wordt; wij komen er dus wat gemakkelijker af dan jelui te 's Hage. Ik hoop je prettige Kerstdagen gehad hebt, even als ik. Nu kerel heb het goed en schrijf mij spoedig, ik heb je in dezen geschreven juist wat mij in de pen kwam, ik hoop je er uit wijs zult kunnen worden. à Dieu, groeten aan allen in de zaak, en als iemand anders naar mij vraagt, vooral ook aan allen bij tante Fie en Hanebeek. Vincent. | |
14Waarde Theo, Londen 20 Februari 1874. Dank voor je brief. - 't Boek heb ik nog niet noodig, maar stuur het echter terug als je het op je gemak uitgelezen hebt. Ik heb 't boek van van Vloten niet gelezen, maar wil het graag eens hebben. Ik heb een ander boek over kunst door v. Vl. gelezen en was 't niet geheel met hem eens, en 't was nog al erg geleerd. Burger is eenvoudiger en al wat die zegt is waar. - Ik ben blij je in Amsterdam geweest bent, bedank Oom Cor als je hem ziet, voor de brochure die hij mij zond. Ik ben blij je het bij Roos zoo goed hebt, zooals ik je reeds door Anna Carbentus heb laten zeggen, heb je groot gelijk aangaande de peenhanniken. Ik ben 't ook met je eens aangaande Bertha Hanebeek, pas echter op je hart kerel. Heb je Mr. Jacobson's collectie al eens gezien, dat is de moeite waard, hij zal je wel eens vragen om te komen kijken. Groet | |
[pagina 17]
| |
hem zoo beleefd als je kunt van mij, en vertel hem 't mij hier goed gaat en ik veel moois zie. Het gaat mij all right, ik heb het druk. Bedank Willem voor zijn brief, en groet allen bij Roos en Iterson en allen die naar mij mochten vragen. 't Ga je goed. Vincent. | |
15Waarde Theo, Londen 30 Maart 1874. In een brief van huis kreeg ik een gulden van je, voor een paar manchetteknoopen. Hartelijk dank daarvoor kerel, maar dat had je niet moeten doen, je hebt je geld meer noodig dan ik. Dank voor je brief van dezen morgen. Zeer blij was ik te hooren Mauve met Jet Carbentus is geëngageerd. Dat is heerlijk. - 'k Ben blij dat het je zoo goed gaat. 't Is goed ge het boek van Burger gelezen hebt, lees maar zooveel over kunst als mogelijk is, vooral ook de Gazette des Beaux-Arts etc. Je moet vooral zorgen dat je op de hoogte komt van de schilderijen, zooveel mogelijk. De Apol die we nu hier hebben is wel mooi, verleden jaar schilderde hij een dergelijk sujet en ik vond dat beter en frisscher dan dit. Ik ben blij dat je soms naar Oom Cor toe gaat, je ziet daar dingen die in 't huis te 's Hage nooit voorkomen. Ik heb het ook druk tegenwoordig en ben daar blij om, want dat heb ik noodig. à Dieu kerel, houd je taai, en heb het goed. Groet Iterson. Vincent. | |
16Waarde Theo, Londen 30 April 1874. Van harte gelukgewenscht met je verjaardag, doe maar wel en zie niet om, dan zal 't wel lukken. Ik was blij met je laatsten brief. Een paar dagen geleden heb ik je een photographie gestuurd: ‘Jeune fille à l'épée’, Jacquet, daar ik dacht je die wel zoudt willen hebben. v. Gorkom's schilderij is niet erg vuil. (Entre nous, ik heb het niet gezien, maar zeg hem maar dat ik geschreven heb dat het niet erg vuil was). Hoe maken Mauve en Jet het? Schrijf mij daar eens iets van. | |
[pagina 18]
| |
't Is goed dat je bij Hanebeek aan huis komt. Als ik naar Holland kom, dan kom ik ook zoo mogelijk voor een dag of wat naar den Haag, want den Haag is als een tweede thuis voor mij. (Ik kom bij jou logeeren). Die wandeling naar de Vink had ik wel mee willen maken. Ik wandel hier zooveel ik kan, maar heb het zeer druk. 't Is hier prachtig mooi (al is 't in de stad). In alle tuinen bloeien de seringen en meidoorns en gouden regens, en de kastanjeboomen zijn prachtig. Als men waarachtig van de natuur houdt, dan vindt men 't overal mooi. Maar toch verlang ik soms zoo naar Holland en vooral naar Helvoirt. Ik ben druk aan 't tuinieren en heb ons tuintje volgezaaid met bloeiboonen, papavers en reseda, nu moeten we maar afwachten wat er van komt. Ik geniet de wandelingen van huis naar de zaak en 's avonds van de zaak naar huis, 't is plus minus 3 kwartier loopen. 't Is een heerlijk ding men hier zoo vroeg gedaan heeft, om 6 uur sluiten wij en toch wordt er daarom niet minder gewerkt. Groet alle bekenden, vooral bij Tersteeg, Hanebeek en Carbentus, ook allen bij Oom Pompe omdat zij naar Kampen gaan, en Mr. Bakhuyzen enz. Het beste je toegewenscht Vincent. ⇏bp; De appelboomen etc. hebben hier prachtig gebloeid; mij dunkt alles hier vroeger is dan in Holland. Zoodra ik iets meer bepaalds aangaande mijn naar huis gaan weet, dan zal ik het je dadelijk schrijven. 'k Vrees echter 't nog wel een week of 4 duren zal, eer er van komen kan. Schrijf eens spoedig. | |
17Ga naar voetnoot*) Waarde Theo, Londen 16 Juni 1874. Dank voor je brief. Ik denk Donderdag 25 of Zaterdag 27 Juni van hier te gaan, als er niets tusschenbeide komt. Ik verlang zoo naar allen en naar | |
[pagina 19]
| |
Holland. Ik verlang er ook naar om eens goed met je over kunst te spreken, bedenk maar eens of je mij een en ander te vragen hebt. Wij hebben heel wat moois hier, o.a. een kranig schilderij van Jacquet en een mooie Boldini. In de Royal Academy zijn dit jaar mooie dingen. Tissot heeft er o.a. 3 schilderijen. Ik ben in den laatsten tijd weer wat aan 't teekenen geweest, maar 't was niet veel bizonders. Ik was blij uit je brief te zien dat je bij Hanebeek aan huis komt. Adieu, tot ziens, groet alle vrienden. Steeds
Je broer Vincent.
Ik ben blij je zooveel van César de Cock houdt, hij is een van de weinige schilders, die ons Brabant intiem genoeg begrepen hebben. Ik weet niet of ik je verteld heb, dat ik hem verleden jaar te Parijs ontmoet heb. | |
18Waarde Theo, Helvoirt 10 Juli 1874.
Dank voor de informatie die je genomen hebt, nu blijven wij een dag langer, en zullen dan Woensdagmorgen te Londen aankomen.Ga naar voetnoot*) De photographie die in den catalogus van Forbes lag, had ik hier reeds aan jou gegeven, daar ik dacht dat het de Schelde en dus België zijnde, je interesseeren zou. 't Is naar een schilderij van Cap. 't Is zoo heel mooi niet, maar tenminste origineel. Ik schrijf je spoedig uit Londen. Heb het goed. Vincent. | |
19Waarde Theo, Londen 21 Juli 1874.
Gisteren is er een kist naar den Haag gegaan, waarin ik een photographie naar J. Maris gedaan heb en ook de beloofde ‘der Wirthin Töchterlein’, die je hoop ik beiden op je kamer zult hangen. In dezelfde kist is een photographie naar Thijs Maris, voor den Heer Tersteeg. Schüller te Parijs heeft mij van beide 6 afdrukken gezonden, die ik noodig had om weg te geven. Van die naar Thijs Maris kan ik er geen meer missen. | |
[pagina 20]
| |
A. en ik zijn goed en wel te Londen gearriveerd en zullen 't hier wel stellen. Ik zeg niet dat we spoedig iets zullen vinden, maar elken dag dat zij hier is, leert zij en in elk geval geloof ik er meer kans is hier iets voor haar te vinden, dan in Holland. 't Is iets heerlijks voor mij 's avonds met haar hier door de straten te wandelen, ik vind dan alles hier weer even mooi als ik 't vond toen ik pas hier was. Heb het goed kerel, en groet ze bij Roos, Hanebeek en Carbentus van mij als je iemand van hen ziet. Ik ben aan 't zwemmen leeren. Schrijf mij eens of je al in MicheletGa naar voetnoot*) gelezen hebt, en wat je daarvan denkt. Voor mij was dat boek een revelatie. Adieu.
Vincent. | |
20Waarde Theo, Londen 31 Juli 1874. 'k Ben blij je in Michelet gelezen hebt, en dat je 't zoo begrijpt. Zoo'n boek leert tenminste zien, dat er heel wat meer in de liefde steekt dan de lui er gewoonlijk achter zoeken. Dat boek is voor mij eene revelatie geweest en een evangelie meteen. ‘Il n'y a pas de vieille femme’! (Dat wil niet zeggen dat er geen oude vrouwen zijn, maar dat een vrouw niet oud wordt zoolang zij bemint en bemind wordt.) En dan zoo'n hoofdstuk als: ‘Les Aspirations de l'Automne’, wat is het rijk. Dat een vrouw ‘een heel ander wezen’ dan een man is, (en een wezen dat wij nog niet kennen, tenminste maar heel oppervlakkig) zooals je zegt, ja dat geloof ik zeker. En dat een man en een vrouw één kunnen worden, zegge één geheel en niet twee halven, dat geloof ik ook. A. houdt zich flink, wij doen heerlijke wandelingen samen. 't Is hier zoo mooi, als men maar een goed en eenvoudig oog heeft zonder veel balken er in. Maar als men dat heeft dan is 't overal mooi...... Dat schilderij van Thijs Maris dat de Hr. Tersteeg gekocht heeft, | |
[pagina 21]
| |
moet mooi zijn, ik heb er reeds van gehoord en heb zelf er een geheel in 't zelfde genre gekocht en verkocht. Mijn teekenlust heeft hier in Engeland weer opgehouden, maar misschien krijg ik den een of anderen dag weer een bui. Ik lees nu weer veel. Waarschijnlijk gaan wij met 1 Januari 1875 naar een anderen grooteren winkel. Mr. Obach is op 't oogenblik naar Parijs, om te beslissen of wij die zaak zullen overnemen of niet. Zeg dit voor 't oogenblik nog tegen niemand. Heb het goed en schrijf ons weer spoedig. A. heeft nogal pleizier in schilderijen en ziet nog al goed, vindt b.v. Boughton, Maris en Jacquet reeds mooi, dat begint dus al. Entre nous, ik denk we wel moeilijk iets voor haar zullen kunnen vinden, men zegt overal zij te jong is en men verlangt ook Duitsch, maar hoe 't ook zij, zij heeft zeker meer kans hier dan in Holland. Adieu. Vincent.
Je kunt denken ik het heerlijk vindt met A. samen hier te zijn. Vertel den Hr. Tersteeg de schilderijen in goede orde zijn aangekomen, en dat ik hem spoedig schrijf. | |
21Waarde Theo, Londen 10 Augustus 1874. ‘Gij oordeelt naar het vleesch. Ik oordeel niemand.’ ‘Wie van U zonder zonde is, werpe het eerst den steen op haar’. Blijf dus bij je eigen idees en als je twijfelt of die wel goed zijn, toets ze dan aan die van Hem, die zeggen durfde: ‘Ik ben de waarheid’ of aan die van een of ander humaan mensch, Michelet b.v. - Virginité de l'âme et impureté du corps kunnen samengaan. Je kent de Marguerite à la fontaine van Ary Scheffer, is er een reiner wezen dan dat meisje ‘dat zooveel heeft liefgehad.’ ‘Leys n'est pas un imitateur mais un semblable’ is een waar woord, dat mij ook getroffen had. Men zou 't zelfde kunnen zeggen van sommige van Tissot's schilderijen, van zijn Promenade dans la neige, Promenade sur les remparts, Marguerite à l'église, etc. Koop van 't geld dat je van mij hebt, Alphonse Karr ‘Voyage autour de mon jardin’, doe dat bepaald, ik wil dat je dat leest. A. en ik wandelen iederen avond, 't begint reeds herfst te worden en dat maakt de natuur nog ernstiger en inniger. | |
[pagina 22]
| |
Wij gaan verhuizen en wonen in een huis geheel met klimop begroeid, waarvan we je spoedig meer schrijven. Groeten aan allen die naar mij vragen.
Vincent. | |
22Waarde Theo, Februari 1875. Je boekjeGa naar voetnoot*) heb ik volgeschreven en ik geloof dat het goed geworden is. Stuur mij bij gelegenheid eens La Falaise van Jules Breton. Onze galerij is nu klaar en is mooi, wij hebben veel mooi's op 't oogenblik: Jules Dupré, Michel, Daubigny, Maris, Israëls, Mauve, Bisschop etc. In April zullen we eene tentoonstelling houden. Mr. Boussod heeft beloofd ons daarvoor 't beste wat te krijgen is, te zenden, de Malaria van Hébert, Falaise van J. Breton etc. Ik zou je zoo graag eens hier hebben, wij moeten zien dat dat eens gebeurt. Ik zou je zoo graag mijn kamer etc. laten zien. Er is een mooie tentoonstelling van oude kunst hier; o.a. een groote afneming van het kruis, van Rembrandt, 5 groote figuren in de schemering, ge kunt denken wat een sentiment, 5 Ruysdaels, 1 Frans Hals, van Dijck, een landschap met figuren van Rubens, een landschap, herfstavond van Titiaan, 2 portretten van Tintoretto, en mooie oude Engelsche kunst, Reynolds, Romney en Old Crome, landschap, prachtig mooi. Adieu, je boekje stuur ik je per eerste gelegenheid. Schrijf mij eens spoedig. Vincent. | |
23Waarde Theo, 6 Maart 1875. Bravo Theo. Dat meisje uit Adam Bede hebt ge goed gezien. Dat landschap - waarin de vaalgele zandweg over den heuvel naar het dorp, met de leemen of gewitte hutten met groen bemoste daken en hier en daar een zwart doornboschje, leidt, aan weerszijden de bruine hei en bunt, en een grauwe lucht met eene smalle witte streep aan den horizon er boven - is van Michel. | |
[pagina 23]
| |
Alleen er is een nog reiner en nobeler stemming in dan in Michel. Ik zend je vandaag in de kist die wij afzenden, 't bewuste boekje. Ook Jésus van Renan en Jeanne d'Arc van Michelet en ook een portret van Corot uit de London News, dat ik ook op mijn kamer heb hangen. Vooreerst geloof ik niet dat er kans is, dat ge in de zaak te Londen geplaatst wordt. Vindt het maar niet naar dat ge 't niet moeilijk hebt, ik heb 't ook makkelijk, ik geloof dat het leven nog al vrij lang is, en de tijd waarin een ander ‘U gordt en U leidt waar ge niet wilt’ vanzelf komt. à Dieu, groet alle bekenden. En te serrant la main, Vincent. | |
24London 25 Bedfordstreet, Strand 6 April 1875. Waarde Theo, Dank voor je brief. Ik heb immers in je boekje Meeresstille van Heine geschreven? Eenigen tijd geleden zag ik een schilderij van Thijs Maris, dat mij er aan deed denken. Een oud-Hollandsche stad, met rijen bruinroode huizen met trapgevels en hooge stoepen, grijze daken, en witte of gele deuren, kozijnen en daklijsten; grachten met schepen en een groote witte ophaalbrug, waar een schuit met een man aan 't roer onder door gaat, 't huisje van den brugwachter, dien men door 't raam in zijn kantoortje ziet zitten. Een eind verder een steenen brug over de gracht, waarover volk en een kar met witte paarden gaat. En overal beweging; een kruier met zijn kruiwagen, een man die tegen de balie geleund in 't water staat te kijken, vrouwen in 't zwart met witte mutsen. De voorgrond een kaai met straatsteenen en zwarte balie. In de verte steekt een toren boven de huizen uit. Een grauwwitte lucht boven alles. 't Is een klein schilderij in de hoogte. Het sujet is bijna hetzelfde als de groote J. Maris, Amsterdam, die gij mogelijk kent, alleen dit is talent en 't andere genie. Ik heb weer een en ander voor je overgeschreven, dat ik bij gelegenheid stuur. | |
[pagina 24]
| |
Denk om ‘La Falaise’ en als je soms iets anders weet. Dat van Victor Hugo is mooi. à Dieu, groet Pa van mij als ge hem ziet. Vincent. | |
25Waarde Theo, Londen April 1875. Hierbij stuur ik u een kleine teekening. Ik maakte die verleden Zondag, den morgen waarop een dochtertje (13 jaar) van mijn landlady stierf. 't Is een gezicht op Streatham Common, een groote met gras begroeide vlakte met eikeboomen en brem. 't Had 's nachts geregend en de grond was hier en daar drassig en 't jonge lentegras frisch en groen. Zooals ge ziet is het gekrabbeld op het titelblad van de ‘Poésies’ d'Edmond Roche. Daar zijn mooie bij, ernstig en droevig, o.a. één dat begint en eindigt: J'ai gravi triste et seul, la dune triste et nue,
Où la mer fait gémir sa plainte continue,
La dune où vient mourir la vague aux larges plis,
Monotone sentier aux tortueux replis.
en een ander ‘Calais’: Que j'aime à te revoir, o ma ville natale,
Chère nymphe marine assise aux bords des eaux,
J'aime de ton beffroi la flèche qui s'élance,
Belle de hardiesse et belle d'élégance,
Et sa coupole à jour, qui laisse voir les cieux.
Je zult waarschijnlijk nieuwsgierig zijn naar dat, wat bij de ets van Corot hoort en daarom schrijf ik dat ook over; L'étang.
à Corot.
Nous regardions l'étang d'une eau morne et plombée
Lentement sous la brise assembler pli sur pli,
Et la vase cerner d'un contour assoupli
La proue et les flancs noirs d'une barque embourbée;
La couronne des bois, feuille à feuille tombée,
Jonchait le sol; le ciel de brume était rempli;
Tous deux, à demi voix, comme à la dérobée,
Nous disions tristement: ‘l'été s'est accompli.’
| |
[pagina 25]
| |
‘Ces coteaux ont perdu leur grâce coutumière,
Plus de feuillage vert, plus de blonde lumière
Tremblant dans l'eau qui tremble, ou dorant la hauteur’.
Cette idylle à nos yeux peut encore reparaître,
Si vous le voulez bien; n'êtes-vous pas le maître
Qui l'avez recréé après le créateur?
Ville d'Avray. Hartelijk gegroet en het beste toegewenscht. Adieu. Vincent. | |
26Waarde Theo, Londen 8 Mei 1875. Dank voor uw laatsten brief. Hoe is het met de zieke?Ga naar voetnoot*) Van Pa hoorde ik reeds zij ziek was, dat het zoo erg was als gij schrijft, wist ik echter niet. Schrijf mij dit spoedig, als ge wilt. Ja jongen, ‘wat zullen wij zeggen’. C.M. en de Hr. Tersteeg zijn hier geweest en zijn l.l. Zaterdag weer vertrokken. Zij zijn naar mij dunkt wat te veel naar 't Crystal Palace en andere plaatsen waar zij niets te maken hadden, geweest. Zij hadden, dunkt mij, ook wel eens mogen komen zien waar ik woonde. | |
[pagina 26]
| |
Ik hoop en geloof dat ik niet ben, wat menigeen op 't oogenblik van mij denkt, nous verrons, de tijd moet er over heen gaan; waarschijnlijk zegt men over een paar jaar hetzelfde van U, tenminste als gij blijft wat gij zijt: mijn broeder in dubbelen zin. Gegroet en mijne groeten aan de zieke. En te serrant la main, Vincent.
‘Pour agir dans le monde, il faut mourir à soi-même. Le peuple qui se fait le missionnaire d'une pensée réligieuse n'a plus d'autre patrie que cette pensée. L'homme n'est pas ici-bas seulement pour être heureux, il n'y est même pas pour être simplement honnête. Il y est pour réaliser de grandes choses pour la société, pour arriver à la noblesse et dépasser la vulgarité où se traine l'existence de presque tous les individus.’ Renan. | |
[pagina 27]
| |
|