De mazelen.
Eens op een avond kwamen Louise en Mina thuis, gingen dadelijk bij de moeder en klaagden over hoofdpijn. 't Was juist in een tijd, toen vele kinderen aan de mazelen ziek lagen, en de moeder vreesde dus, dat hare meisjes die nu ook krijgen zouden. Daarom hielp zij die dadelijk bij het ontkleeden en bracht haar te bed.
Nu moesten zij dien dag en nog vele volgende dagen stil en rustig in hare bedjes blijven, mochten geen oogenblik opstaan en konden niet spelen of in hare prentenboekjes kijken. Ook kwam geen enkel kind wat met haar praten of haar wat vertellen, en dus verveelden de arme kleinen zich geducht.
Wel honderdmaal op een dag vroegen zij: ‘Och moesje, mogen we dan nog niet opstaan? 't Is hier zoo vervelend op bed. Toe, toe, laat ons maar een half uurtje op!’
Maar de moeder liet dat niet toe en vermaande haar, zich rustig te houden en geduld te hebben, daar het anders licht verkeerd kon gaan. Mina schikte zich eindelijk en bleef geduldig liggen; maar Louise werd van dag tot dag lastiger, wierp soms haar deken af en wou volstrekt het bed uit.
En wat was het gevolg daarvan? Mina's geduld