Tot kauwen gunde Rika zich geen tijd. Zij wilde het stukje gebraad maar gauw doorslikken, voordat de keukenmeid terugkwam. In dat stukje haas zat nu echter een klein beentje. En toen Rika nu zoo slikte, bleef dat beentje haar in de keel zitten.
Rika begon te schreien. Dat beentje in haar keel deed haar geducht zeer. Zij slikte en slikte, maar het beentje zat vast. Het wou niet vooruit en niet achteruit.
Op haar schreeuwen kwamen de keukenmeid en ook de moeder toe. Die zagen terstond, wat er gebeurd was. Helpen konden zij echter niet. Het arme meisje kon al bijna geen adem meer krijgen. Haar gezichtje werd rood en gloeide als vuur.
De keukenmeid liep terstond naar een dokter. Eer dat die echter kwam, lag Rika op den schoot van hare moeder en was dood. Dat hazebeentje had haar doen stikken.