zooals hare moeder haar gezegd had. Eindelijk echter dacht zij: ‘Ei, de kat ligt daar immers op den stoel en is vast in slaap. Die wordt niet wakker. Dus kan ik ook wel eventjes weggaan.’
Truitje ging hierop de deur uit, in eene andere kamer. Daar wilde zij hare poppen halen.
Na zoo wat vijf minuten kwam zij weer in de woonkamer. Maar hoe schrikte zij toen! Het bord stond leeg op tafel. De worst was weg. En niet alleen de worst, maar ook de kat was verdwenen.
Toen namelijk het meisje de deur uitging, was poes wakker geworden. Zij had dadelijk de worst geroken en was op den reuk afgegaan, toen zij de worst op tafel zag staan. Nu moet poes zeker wel begrepen hebben, dat zij straf zou krijgen, als men haar op het snoepen van de worst betrapte. Daarom had zij de vette leverworst in haar bek genomen en was daarmee het open raam uitgesprongen. Zeker had zij ook spoedig een stil plekje gevonden, waar zij de lekkere snoeperij ongestoord opeten kon.
Toen de moeder weer thuis kwam, stond Truitje bij de tafel te schreien. Al snikkende vertelde zij aan hare moeder, wat gebeurd was.
De moeder was natuurlijk zeer verdrietig op hare ongehoorzame dochter en beknorde haar braaf. Er werd nu wel eene andere worst gehaald, maar Truitje kreeg daar niets van. Zij moest haar boterham zonder worst eten.