leg dat hout maar hier op mijn karretje; dan breng ik het wel naar huis.’
‘Lief kind,’ antwoordde de man, ‘'t is heel braaf, dat ge zoo goed voor mij zijt; maar ik ben bang, dat de last voor je te zwaar zal zijn.’
‘O neen,’ zei klein Eefje, ‘ge zult eens zien, hoe
sterk ik ben. Wat men graag doet, dat valt iemand nooit te zwaar.’
En zij kruide nu het hout naar de hut van den ouden man. Op weg daarheen kwam zij haar eigen huis voorbij, en daar stond hare moeder juist voor het venster en keek uit.
Toen die nu haar dochtertje zag, hoe dat dien zwa-