Het gezadelde paard(1887)–Reinoudina de Goeje– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Het schoothondje. Nu geeft Ami een pootje, Dan zit hij weer op schootje, Of likt hij zijn mevrouw. Soms gaat hij met haar kuieren, Om dan weer wat te luieren, Zij noemt hem lief en trouw. Hoort soms de vrouw een blafje, Dan knort zij: ‘foei, lief Wafje, Wordt 't zoete hondje stout?’ Veelal is 't om de kinderen, Die 't lieve beestje hinderen, En waar hij niets van houdt. Dan springt hij gauw op schootje, Dan geeft hij weer een pootje, En toont zoo zijn berouw; Dan hoort hij vleierijen, En krijgt weer lekkernijen, En aaitjes van de vrouw. [pagina 8] [p. 8] Vorige Volgende