werd zij hoe langer hoe meer door vleiers overtuigd, dat haar genoegen hoofdzaak was, waaraan boven alles gedacht moest worden.
Zij was toch niet zoo onhartelijk, dat zij Milna in het geheel niet gemist zou hebben, ala er niet opzettelijk alles gedaan was om haar onophoudelijk te verstrooien. In de eerste plaats werd er al zeer spoedig bekend gemaakt, dat er een huwelijk zou voltrokken worden tusschen Tschoewa, den lievelingsdwerg en hofnar van de keizerin, en Iwanowna, eene Finlandsche dwergin.
In het voorbijgaan zij hier gezegd, dat in dien tijd, en reeds veel vroeger, de gewoonte om narrcn te hebben zoo algemeen was in Rusland, dat bijna ieder voornaam heer zoo'n wezen in eigendom had. De leelijkste en afzichtelijkste schepsels werden daarvoor uitgekozen, en zoo was deze Tschoewa dan ook het afschuwelijkste wezen dat men zich kan voorstellen. Zijne dunne beentjes droegen niet dan met veel moeite een dik hoofd, dat zich meestal in eene schommelende beweging op het kleine lichaam bewoog. Als om zijne leelijkheid nog meer te doen uitkomen, was hij veelal gekleed als een Laplandsche boer. Hij droeg dan een korte roode broek en roode kousen, groote grijze schoenen met punten en een blauwen met geel omzoomden kiel. Om het geheel te volmaken, bedekte een roode muts in den vorm van een suikerbrood, met een gelen kwast er aan, zijn rossige, borstelige haren.
Dit aldus zonderling toegetakeld wezen was zoo brutaal als een bedorven kind kan zijn, en durfde zich tegen ieder, zelfs tegen de keizerin, allerlei vrijheden veroorloven; niemand durfde ooit den begunstigden hofnar iets ten kwade duiden, maar integendeel werd er steeds hartelijk gelachen, zelfs om zijne hatelijkste en kwaadaardigste aanmerkingen.
De hof bedienden, die waarschijnlijk niets liever dan de verwijdering of misschien den dood van dit wezen wenschten, moesten nu op bevel der keizerin toebereidselen maken voor het dwaze huwelijk, dat zeer plechtstatig zou worden voltrokken. Aan alle eigenaren van dwergen werden uitnoodigingskaarten gezonden, om met hunne narren bij het huwelijk tegenwoordig te zijn; en daar ieder veel behagen in de aardigheid vond, kwamen er meer dan honderdvijftig zulke ongelukkige wezens bij elkander, die te zamen een schouwspel vormden, zoo schoon in de oogen der Russen, dat zij elkander bijna verdrongen om den stoet te zien.
De bruid was kreupel en zag scheel, en daarenboven was haar