plaat aan-wyst. De Rups dit diertjen hebbende te voor-schyn gebragt, en wilde niet eten, het drong hem digt in een, en sterf eindelijk, gelijk de Vogeltjes, daar de kinderen mede spelen, en die niet eten willen. Maar het diertjen, zyn kind, bleef in 't leven; het hield hem meest altijd zeer stil, gelijk als of het dood was, behalven dat het zomtijds wat waggelde; Op den 28. der zelfde maand schoot dit diertjen zyn huidjen uit, als een Slang zyn vel; doen was 't aan zyn voor-lijf, als een gouwde torre, en aan zyn agter-lijf roodagtig van koleur, gelijk den Molenaar; 't was met 6. pootjes voor-zien, en met 2. hoorntjens aan 't voor-hoofd; het liet zig voeden en vergenougen met het bloeizel van den Vlier-boom;