Acolastus(1956)–Guilielmus Gnapheus– Auteursrechtelijk beschermdLatijnse tekst met Nederlandse vertaling Vorige Volgende Argvmentvm comoediae. 60[regelnummer] Duos cum haberet filios pater, abdicat Iuniorem. Is a patre accepta substantia Statim peregre profectus perditissimis Sese applicat nebulonibus, mox alea, Lascivia, luxu foede rem prodigit. 65[regelnummer] Exhinc eo calamitatis incidit, Ut rebus exutus siliquis et glandibus Famem eximeret. Cui cum pertaesum inediae Esset, paternam regreditur supplex domum. Pater reducem sibi gratulatur filium, 70[regelnummer] Amplecitur, sub haec epulatum provocat. [pagina 63] [p. 63] Inhoudssamenvatting. Een vader, die twee zonen had, deed afstand van recht op 't jongste kind. Die krijgt zijn deel 65[regelnummer] en ijlings afgereisd naar 't vreemde land, sluit hij zich bij verdorven losbols aan. Met dobblen, wellust, weelde hij verkwist schandlijk zijn goed en hij vervalt daardoor weldra tot zulk een graad van ongeluk, 70[regelnummer] dat, uitgeschud, hij zich met peul of eikel de honger stilt. Wanneer hem 't vasten walgt, keert hij als smeekling weer naar 't vaderhuis. De vader prijst om den behouden zoon zichzelf gelukkig, sluit hem in zijn armen 75[regelnummer] en nodigt hem dan binnen tot een feestmaal. Vorige Volgende