Verlopen tramkaart
De tijd was opeens weer zo snel begonnen te lopen, dat bij de terugreis zijn tramkaart, toch pas diezelfde morgen gekocht... Allang niet meer geldig meneer, zei de tramman en weigerde een gaatje te knippen in het rechthoekig stukje vaalgroene zwartbedrukte vloeipapierachtige substansie.
Verdomd. En hij had zich nog zo gehaast. Zijn tijd zo wel gebruikt als enig spreekwoord maar wensen kan, geen sekonde getreuzeld, zo vlug hij kon zijn weinige zaken afgehandeld - het was niet zijn schuld ditmaal. Niet als vorige keer, toen hij zijn vrouw moeder vond van twee nieuwe hem wildvreemde kinderen. Sindsdien - toen had hij zich werkelijk een beetje verlaat - paste hij wel op. En zie hoeveel dat hielp. Nu was het toch weer gebeurd.
Hij nam een tiket enkele reis en betaalde. De tarieven waren sinds zijn heenrit bijna verdubbeld maar dat verbaasde hem niet. Hij was zelfs blij dat zijn geld werd aangenomen - dat de munt die hij op zak had nog gangbaar was. Zo erg was het dus niet. Nog niet. Er reden nog trams. Er leefden nog mensen.