Het niet vergeefse offer
Hij werd plots opstandig, zomaar tijdens de grote herdenkingsplechtigheid. Had men zich daarvoor de moeite (en kosten) getroost hem helemaal hierheen te brengen, vanuit het verre kontinent overzee?
De generaal die de gelegenheidstoespraak hield - louter voor de vorm had hij het papiertje tussen de gehandschoende vingers, want alle in redevoeringen bestaanbare gemeenplaatsen had hij volkomen op zak, en zeker voor een banale gelegenheid als deze had hij allang geen voorbereiding laat staan een tekst meer nodig - de generaal dus was juist gekomen aan de passage van het ‘niet vergeefse offer’, toen de vader van de held zo onverwacht en ongepast begon te reageren. Schor riep hij dat het wel vergeefs was geweest, dat zijn zoon helemaal voor niks gestorven was, dat het allemaal geen zin... Gelukkig was er de kapelmeester met voldoende tegenwoordigheid van geest om hem met een fortissimo Vaderlands Lied te overstemmen. Verpleegsters snelden toe - waar haalde men ze zo vlug vandaan? - en de rustverstoorder werd weggevoerd in een ziekenwagen. Niet naar het ziekenhuis maar naar het plaatselijk Ziejewelsindikaat, waar hij in een derdegraadskelder (kruisverhoren, licht in de ogen, om de drie minuten een klap met een dikke gummidarm en een overtuigend ‘zie je wel?’) in een minimum van tijd weer tot de enige waarachtige en juiste inzichten werd gebracht.