11
En het instrumentarium van de sterrenkundige werd steeds volmaakter, tot hij de allerlaatste optiese illuzie kon doorzien... Maar gelukkiger werden hij en zijn wereld er niet om. Wie zou ooit hebben vermoed, wie was blij te vernemen bijvoorbeeld dat de rechtlijnigheid van de lichtstralen bedrieglijk was, dat deze in feite niets deden dan bochten beschrijven, lussen, kluwens van eindeloze spiralen? Arme nietsvermoedende teleskoopkijkers van vroeger, die eerlijk meenden dat de sterren waar dat licht vandaan kwam zo astronomies ver in rechte lijn van ons verwijderd waren. Maar nog armere mensheid van nu die deze bluf ontmaskerd ziet, en er zich ver van op haar gemak bij voelt... Heeft zij niet het dak van haar eigen woning in zijn volle gewicht op haar schouders voelen neerdalen? O zij kan zich het lot indenken van de legendariese Atlas, nu zij zelf moet leven met dit besef dat de verste nevelvlek-sistemen - voorheen geruststellende millioenen lichtjaren verwijderd - amper 7000 kilometer van de aarde verwijderd zijn. De dichtstbije hemellichamen, zon en maan, blijven amper buiten de aardse dampkring! Ikaros moest niet die hoogvlieger zijn om zich de vleugels te schroeien.