Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Aan een volksdichter Een machtig dichter zong een lied: ‘Er zijn nog brave lieden!’ Ik volg zijn leer op dit gebied, Ik wil de kwaden vlieden. Ik wil, als hij, met hart en hand, Den rechten handel drijven Om van mijn volk, om van mijn land, Een ware zoon te blijven. De goede dichter is niet meer! Doch zijne liedren leven Die hij voor ons tot les en leer, Vol liefde heeft geschreven. Ik voel me zoo aan hem verwant, Die in mijn hart kon schrijven Om van mijn volk, om van mijn land, Een ware zoon te blijven! [pagina 165] [p. 165] Nu praalt het beeld in vollen glans Van hem, uit 't volk geboren, Van hem die 't met den moed eens mans, Ten strijd wist aan te sporen. Hij joeg mijn boezem ook in brand; Hij wist mijn nek te stijven, Om van mijn volk, om van mijn land, Een ware zoon te blijven! Vorige Volgende