Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] De echo Toen kwam ik in een bosch gegaan, Hali, halo, halo, Mijn stemme hoorde ik wederslaan, Hali, halo, halo! Het klonk alhier, het klonk aldaar, Ei, zou de wakkre kerel daar Zijn kunstje niet verleeren? Lee...ren! Waarachtig, wat heeft die verstand, Hali, halo, halo, Waar zijt ge vriend, kom reik me uw hand, Hali, halo, halo! Ik ben nog jong en leere graag; Wat is uw antwoord op mijn vraag: Welk lot ik zal beleven? Le...ven! Ja, leeren leven, 't is al goed, Hali, halo, halo! Maar zeg me hoe ik leven moet Hali, halo, halo! [pagina 128] [p. 128] Hier is een weg en daar nog een, Waar brengt mij elk van beiden heen? Kom antwoord naar believen? Lie...ven! Al lievend door het leven gaan, Hali, halo, halo! Dat zal ik leeren zachtjes aan Hali, halo, halo! Doch hier is goed en daar is kwaad En als me 't noodlot nederslaat, Hoe vind ik nog verblijden? Lij...den! Ook lijden leer ik, lieve vriend, Hali, halo, halo! Wordt daar mijn leven mee gediend, Hali, halo, halo! Ik volg uw raad zoo lang ik leef; En zoo er nog iets overbleef, Ik wil 't u ook beloven? Lo...ven. Vorige Volgende