Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Blanke droomen Jantje wenschte lijk de wolkjes Door het ruim te kunnen vliên, En terwijl de wijde wereld Eens in vogelvlucht te zien. Kijk, daar kwamen aangevlogen Zeven zwaantjes in 't gelid; Jantje had zich maar te schikken In een bootje zilverwit. Of het heerlijk was te zweven Door de luchten ruim en rein! Daar beneden zag hij alles Kleiner worden, och, zoo klein..... En het werd hem bang om 't harte, Toen hij eensklaps niets meer zag. Hij ontwaakte, zeer gelukkig Dat hij in zijn bedje lag. Vorige Volgende