Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Ei! Zei 't bloempje Ei, zei 't bloempje, 't bloempje zei De nacht zit in mijn oogen; Wie maakt mijn hartje weder blij, Wie zal mijn traantjes droogen? Ei, zei 't bloempje, 't bloempje zei Wie zal mijn traantjes droogen? Ei, zei 't bloempje, 't bloempje lief, En tuurde naar het Oosten! Van als de zon er zich verhief Kwam zij mijn hart vertroosten. Ei, zei 't bloempje, 't bloempje lief, En tuurde naar het Oosten! Ei, mijn kindje, kindje klein, Wanneer gij treurt wat doet je? Gij wilt als ik gekoesterd zijn, Uw oogjes gaan naar moetje. Ei, mijn kindje, kindje klein, Uw zonnetje is uw moetje! Vorige Volgende