Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] De pijl en het lied Ik schoot eens een pijl de lucht in, maar Hij viel op aarde, ik wist niet waar; Zoo snel vloog hij dat er geen oog Hem volgen kon langswaar hij vloog. Ik zond eens een lied de lucht in, maar Het viel op aarde, ik wist niet waar; Wie is er die zoo krachtig ziet Dat hij de vlucht volgt van een lied. Laag, lang nadien in een eikelaar Vond ik den pijl nog gansch en gaar; En 't lied van woord tot woord gezwind Steeg uit het hart van eenen vriend. H.W. Longfellow. [pagina 7] [p. 7] Vorige Volgende